Eindelijk grip op het tijdverlies door de wind, een praktijkvoorbeeld: 1e Bossche Marathon

Eindelijk grip op het tijdverlies door de wind, een praktijkvoorbeeld: 1e Bossche Marathon

De lezers van onze boeken en onze artikelen op ProRun.nl kennen ongetwijfeld ons hardloopmodel, dat stelt dat onze prestatie bepaald wordt door de som van de loopweerstand Pr, de luchtweerstand Pa en de klimweerstand Pc.

Het Hardloopmodel

In dit model zijn alle factoren verwerkt die van invloed zijn op je hardlooptijd, zoals je gewicht, je schoenen, je loopstijl, de temperatuur, de luchtdruk, je luchtweerstand (die minder is als je in een groepje loopt), de wind, de hoogte boven zeeniveau en de hellingsgraad.

Van alle factoren kunnen we zeer nauwkeurig de invloed op je hardlooptijd bepalen, maar tot nu toe lukte dat het minst goed met de invloed van de wind. Het probleem hierbij is dat de wind zo variabel is, naar tijd en plaats.

Als hardloper heb je dat vast wel ervaren, soms sta je bijna stil door een windvlaag en op andere plekken en momenten heb je weinig last van de wind. De windgegevens die je op Strava ziet staan komen van meetstations en zeggen weinig omdat ze het alleen geven over een langere periode (gemiddelden per 10 minuten), terwijl je tijdverlies vooral bepaald wordt door harde windvlagen die wat langer aanhouden.
Daar komt bij dat meetstations de wind meten op 10 meter hoogte en de windsnelheid op borsthoogte een stuk lager is (orde 50%). Verder heb je onderweg natuurlijk te maken met windschaduw in een groepje en door bomen en gebouwen of juist windzuiging langs straten en gebouwen.

Kortom, het was tot nu toe onmogelijk om nauwkeurig de windsnelheid te bepalen waar je al hardloper last van hebt. Daar komt bij dat die windsnelheid sterk varieert naar tijd en plaats. Het berekenen van de invloed van de wind altijd het zwakke punt in ons model bleef. Maar daar hebben we een oplossing voor door op een slimme manier gebruik te maken van de Air Power data van Stryd.

In een eerder artikel hebben we het meetprincipe van de ‘wind port’ van Stryd, waarmee de Air Power wordt bepaald, al eens uitgelegd. Stryd meet via een ‘wind port’ de windweerstand in real time. Dat levert een accuraat beeld van het verloop van de wind en daarmee het tijdverlies. We illustreerden deze doorbraaktechnologie al eens eerder aan de hand van de halve marathon van Egmond.

In dit artikel laten we zien hoe we nauwkeurig berekend hebben hoeveel tijdverlies de wind tijdens de recente marathon van Den Bosch veroorzaakte.

Koen liep met een Stryd aan de veters van zijn HOKA ONE ONE Carbon X2 schoenen
Koen liep met een Stryd aan de veters van zijn HOKA ONE ONE Carbon X2 schoenen

Een dik PR voor Koen de Jong

We kunnen ons niet goed voorstellen dat iemand de artikelen van Koen de Jong over de marathon van Den Bosch heeft gemist. Koen scherpte zijn PR (2:59:02) met ruim 8 minuten aan. Koen was euforisch. Dezelfde avond had hij het al uitgeschreven in een enthousiast artikel voor Sportrusten. Bij ProRun had Koen vooraf uit de doeken gedaan dat 2:49:41 volgens de calculator van Hans en Ron haalbaar zou zijn. Het werd ondanks de harde wind 2:50:47.

Marathon van Den Bosch

De Bossche marathon was er een voor genodigden. Met de start in Sint Michielsgestel ging het in 3 ronden van 14 km linksom met een keerpunt rond het Bossche Broek en weer terug. In het open terrein had de wind vrij spel. Met 10 deelnemers was er ook geen gelegenheid te schuilen in een groepje. Slechts aangemoedigd door een groepje bekenden liep iedereen zijn eigen race.
Maar niet alleen. Koen de Jong had niet voor niets getraind met zijn Stryd hardloopvermogensmeter. Hij hoefde slecht op één getal te letten: 250 watt.

Ook Mark Zuurhout liep met een Stryd. Het streefwattage van Mark was 230 watt. De prestatie van Mark evalueren we ook in dit artikel. Zijn tijd van 3:08:25 betekende ook voor hem een PR. Hij liep gemiddeld 230,1 watt! Mark vertelde ons dat dit een snellere tijd is dan de Stryd race calculator voorspelde (3:10:59) en ruim 2 minuten langzamer dan onze calculator (zonder invloed van de wind).

Voor de evaluatie moet je nog weten dat Koen de Jong met de snelle HOKA ONE ONE Carbon X2 schoenen liep en Mark met HOKA ONE  ONE Clifton Edge wedstrijdschoenen.

De marathon van Den Bosch voor genodigden bestond uit 3 ronden van 14 km.
De marathon van Den Bosch voor genodigden bestond uit 3 ronden van 14 km.

Wind

Het was bewolkt op zondag 28 maart 2021. De temperatuur was met 8°C goed voor een marathon, maar de windkracht 4 (25 km/h) uit het zuidwesten zorgde voor een frisse 4°C gevoelstemperatuur. Het onbeschutte parcours lag niet ongunstig ten opzichte van deze windrichting.

Het startschot viel om 09:34 uur. Koen finishte tegen 12:30 uur en Mark kort na 12:45 uur. In onderstaande windgrafiek van het weerstation Gilze Rijen is te zien dat ze de hele race met windkracht 4 en harde windstoten (windkracht 7) te maken hadden.

Windgrafiek Gilze Rijen op 28 maart 2021
Windgrafiek Gilze Rijen op 28 maart 2021

Loop met constant vermogen

De lezers van onze artikelen bij ProRun en van ons boek ‘Hardlopen met Power!’ weten dat je je snelste tijd loopt als je met een constant vermogen loopt. Het wattage wel te verstaan dat je op die afstand aan kunt. Voor Koen is dat 250 watt en voor Mark 230 watt. Je hoeft dus alleen op deze waarde te letten op je hardloophorloge.

Als de wind aantrekt, neemt de windweerstand toe en heb je minder wattage beschikbaar voor je loopweerstand. Dit betekent dat je navenant langzamer moet lopen. Valt de wind weg of heb je de wind in de rug geef je gas en loop je harder. Het parcours was vlak, maar voor heuvelop en heuvelaf geldt hetzelfde.

In onderstaande afbeelding is de windweerstand weergegeven over de 3 ronden van de marathon. Hierbij moet je je realiseren dat bij deze loopsnelheden al zo’n 10 watt nodig zijn om je loopwind te overwinnen (bij windstil weer). Onder de 10 watt was er dus een windvoordeel (windje in de rug). Boven de 10 watt was er sprake van windje tegen. Je ziet duidelijk het effect van de windstoten met windweerstanden.

Luchtweerstand in watt marathon Den Bosch

In de volgende afbeelding vergroten we het wind- en snelheidsverloop voor de eerste ronde uit. De tweede en derde ronde leveren een vergelijkbaar beeld op.

Luchtweerstand snelheid Mark

We laten in dit geval de gegevens van Mark zien. Mark liep de marathon gemiddeld in een tempo van 4:28/km (13,4 km/h). Hij slaagde erin om zijn wattage mooi constant te houden. Je ziet duidelijk dat tijdens de zwaardere en langere windvlagen de windweerstand flink opliep tot orde 30 Watt of meer.

Omdat Mark zijn vermogen constant hield op 230 Watt, daalde zijn snelheid tot 200/230*13.4 = 11.7 km/h. In de grafiek zie je duidelijk deze snelheidsdips terug. De praktijk volgt dus de theorie: als de windweerstand toeneemt, neemt je snelheid evenredig af en verlies je tijd.

We hebben dit in detail uitgewerkt in onderstaande tabel. Voor alle trajecten waarbij een serieus windnadeel optrad (windweerstand hoger dan 10 Watt gedurende langere periode) hebben we bepaald wat de lengte van het traject was en de gemiddelde windweerstand. Vervolgens hebben we van al die trajecten het tijdverlies berekend op basis van het lagere resterende vermogen (vermogen-windweerstand). Bedenk daarbij dat tegenwind een veel groter nadeel betekent dan meewind aan voordeel oplevert, en dat ook zijwind een nadeel oplevert.

Trajecten wind Den Bosch

Van elke seconde hebben we gegevens – Stryd meet alles een groot aantal keren per seconde – waardoor we in detail konden berekenen wat het tijdverlies van Koen en Mark door de wind was:

  • tijdverlies Koen: 101.2 seconden (1:41.2)
  • tijdverlies Mark: 121.3 seconden (2:01.3)

Waarom het tijdverlies door de wind van Koen minder was dan van Mark kun je verklaren uit het verschil in vermogen waarmee ze liepen (respectievelijk 250 watt en 230 watt). De wind was voor beiden gelijk en voor Mark daarom relatief meer dan de sterkere Koen.

Kijk nu nog eens naar de voorspelde tijden aan het begin van dit artikel? Voor Koen stond daar dat hij 1:06 langzamer gelopen heeft dan de voorspelling van de Race Calculator van Stryd. Volgens onze berekening was het dus nog iets meer 1:41.

Wij zijn heel tevreden met deze nieuwe methode om grip te krijgen op het tijdverlies door de wind. We denken dat dit een flinke stap voorwaarts is omdat het met de Stryd nu mogelijk is om de windweerstand nauwkeurig te bepalen in real time en ter plaatse van de loper zelf. De berekende tijdverliezen van 1:41 en 2:01 bij een windkracht 4 lijken ons heel reëel en een stuk nauwkeuriger dan we hadden kunnen bepalen met globale windgegevens van een weerstation.

Je kunt het effect van alle factoren op je prestaties nalezen in ons boek Hardlopen met Power!.

Lees verder...

Kan Big Data ons helpen om sneller te worden?

Kan Big Data ons helpen om sneller te worden?

Innovaties van Polar

In 2019 verzocht Koen Demyttenaere van Polar ons om hun nieuwe Polar Vantage V horloge te testen. Dat vonden we heel interessant, temeer daar de Polar Vantage V ook je hardloopvermogen in Watt geeft. Onze bevindingen legden we vast in twee eerdere artikelen voor ProRun, deel 1 en deel 2. De Polar Grit X is het robuuste broertje van de Polar Vantage V.

Bij deze testen liepen we er tegenaan dat de vermogens die Polar rapporteert een stuk (orde 25-30%) hoger zijn dan de waarden van Stryd en die van ons natuurkundige hardloopmodel. We begrepen dit niet en vroegen Koen om nadere informatie over de achtergronden van hun algoritme. Op deze plaats willen we Polar complementeren over hun openheid hierbij. Via Koen kregen we contact met hun chief scientist uit Finland, dr. Jussi Peltonen, hetgeen leidde tot een hele goede inhoudelijke discussie. We kregen ook een intern white paper over de achtergronden van de in de software geprogrammeerde hardloopvermogensberekening.

Dit alles leidde ertoe dat we tot een duidelijke conclusie konden komen waar het verschil van 25-30% door veroorzaakt wordt. Polar rapporteert het bruto vermogen (gebaseerd op metingen met krachtplaten) en Stryd rapporteert het netto vermogen (gebaseerd op metingen van het netto zuurstofverbruik bij hardlopen). Het verschil tussen beiden is de elastische energieterugwinning in je Achillespees en de spieren van je onderbeen bij de landing van je voet op de grond.
Op zich zijn beide methoden valide.

Omdat je hardloopprestatie vooral bepaald wordt door je zuurstofverbruik geven wij de voorkeur aan het netto vermogen. In ons hardloopmodel werken we ook met het netto vermogen dat nodig is voor het overwinnen van de loopweerstand, de luchtweerstand en de klimweerstand.

Het Hardloopmodel

Recent wees Polar ons op een nieuw onderzoek waarbij geanonimiseerde Big Data werd geanalyseerd. Jussi Peltonen heeft hier samen met een onderzoeker van de universiteit van Parijs een baanbrekend artikel over geschreven. Hieronder geven we een samenvatting van het idee achter Big Data en de resultaten van het onderzoek van Thorsten Emig en Jussi Peltonen.

Wat is het idee achter Big Data?

Vanouds werd het onderzoek en de kennis over hardlopen vooral gebaseerd op fysiologische testen in het laboratorium. Hierbij werden en worden parameters als het maximale zuurstofverbruik (de VO2 max in ml/kg/min), de lactaatdrempel en de Running Economy (het zuurstofverbruik per km in ml/kg/km) bepaald van kleine aantallen lopers op een loopband.

Aanvullend wordt ook gekeken naar het uithoudingsvermogen, zoals het percentage van het VO2 max dat volgehouden kan worden gedurende langere tijd. Dergelijk onderzoek heeft het voordeel dat onder nauwkeurige condities specifieke hypotheses wetenschappelijk kunnen worden getest. Nadelen zijn onder meer dat het onderzoek beperkt is tot kleine testgroepen en de prestatie in de praktijk mede bepaald wordt door zaken als het weer, het parcours en de vorm van de dag.

In de afgelopen decennia hebben we een enorme groei gezien van het gebruik van sporthorloges en andere draagbare sensoren. Inmiddels worden hiermee jaarlijks meer dan 1 miljard trainings-en wedstrijdsessies wereldwijd vastgelegd op diverse platforms als Strava, Garmin, Stryd, Polar enzovoort.

In principe biedt deze “Big Data” een geweldige kans om fysiologische informatie niet-invasief te monitoren onder real-world condities buiten het laboratorium. Dit kan leiden tot nieuwe inzichten en kennis over het effect van training en wedstrijden op grote delen van de bevolking, variërend van joggers tot topatleten. In principe zijn de mogelijkheden eindeloos, denk aan optimalisatie van trainingsprogramma’s, het nauwkeurig voorspellen van wedstrijdtijden, de (positieve) gezondheidseffecten van fysieke training, het vroegtijdig ontdekken van blessures of overtraining, het vroegtijdig ontdekken van talenten en zelfs het effect van ‘performance enhancers’, waaronder ook schoentechnologie.

Wij zijn ervan overtuigd dat we nog maar aan het allereerste begin van het gebruik van Big Data staan en dat de komende jaren de kennis over hardlopen in een stroomversnelling zal komen. We verwachten dus zeker dat Big Data ons in de toekomst zal helpen om sneller (en gezonder) te worden.

Wat kan er nu al? : het onderzoek van Emig en Peltonen

Emig en Peltonen hebben een analyse gemaakt van de gegevens van 19.000 mensen die in totaal 35 miljoen km hardgelopen hebben in 3,5 jaar. De gegevens zijn afkomstig van Polar V800 horloges en het Polar Flow platform. Vergeleken met de vele miljoenen gebruikers van sporthorloges, is dit dus nog een beperkte eerste stap in het gebruik van Big Data. In totaal zijn 25.000 wedstrijdseizoenen geanalyseerd. De gemiddelde afstand per sessie was 12,9 km en het totale aantal wedstrijden was 85.000.

De belangrijkste resultaten waren:

  1. Nauwkeurigheid van het voorspellen van wedstrijdtijden

Hun model bleek een nauwkeurigheid te geven van 2% voor ‘gewone’ wedstrijden en 10% voor de marathon. Bij de marathon spelen uiteraard weersomstandigheden en parcours een grotere rol, die met hun model ook niet te voorspellen is.

  1. Het effect van training

Dit is het meest interessante deel van het onderzoek. Ze hebben gekeken naar 3 aspecten:

  • de invloed van het trainingsvolume (afgelegde km’s)

Zij vonden een statistisch significante positieve lineaire relatie tussen het aantal afgelegde trainingskilometers en de haalbare snelheid vm (dit is de snelheid bij de VO2 max), zoals weergegeven in onderstaande figuur uit het artikel van Emig en Peltonen. Deze positieve relatie is in overeenstemming met de literatuur.
Hun hypothese is dat dit komt door verbetering van de Running Economy. Met andere woorden de lopers gaan zuiniger lopen door duurtraining. Helaas kan op basis van de data een andere verklaring niet uitgesloten worden, namelijk dat fittere lopers (met een hogere vm) meer kilometers trainen.

 

  • de invloed van de intensiteit (percentage van maximale snelheid)

Hier vonden ze een negatieve relatie tussen de trainingsintensiteit en de haalbare snelheid vm, zoals weergegeven in de onderstaande figuur. Dit is eveneens in overeenstemming met de literatuur die stelt dat bij duurtraining een groot percentage op lage snelheid moet worden gelopen.

De resultaten kunnen dus verklaard worden door aan te nemen dat fitte lopers dit trainingsadvies opvolgen. Helaas kan op basis van de data een andere verklaring niet worden uitgesloten, namelijk dat het horloge tijdens een rustdeel van de training niet stopgezet is.

 

  • het gecombineerde effect van omvang en intensiteit (uitgedrukt in TRIMP, training impulse, een combinatie van afgelegde km’s en percentage van maximale snelheid)

Hier vonden ze een zeer interessant resultaat, namelijk dat het uithoudingsvermogen (uitgedrukt in een factor El) lineair toeneemt met TRIMP, maar vanaf 25.000 weer afneemt, zoals weergegeven in de onderstaande figuur. Dit laatste zou een indicatie kunnen zijn van overtraining.

Conclusies

We verwachten dat Big Data ons op termijn zeker zal kunnen helpen om sneller (en gezonder) te worden. De enorme hoeveelheden data die wereldwijd geüpload worden naar platforms als Strava, Garmin, Stryd, Polar en dergelijke vormen een potentiële goudmijn om het inzicht en de kennis over hardlopen en trainingsmethoden te vergroten en de prestatie van hardlopers te optimaliseren.

Het onderzoek van Emig en Peltonen moet in dit perspectief bezien worden. Het is een eerste aanzet tot het analyseren van Big Data om ons te helpen beter te gaan lopen. Uit de besproken resultaten blijkt ook dat het zeker niet eenvoudig is om deze Big Data te vertalen naar nuttige kennis en inzichten. Problemen bij de interpretatie van de resultaten zijn onder meer:

  • de data zelf kunnen vervuild zijn (is het horloge wel stopgezet tijdens de rust?)
  • de invloed van het weer en het parcours kan het beeld vertroebelen
  • de grote individuele verschillen tussen lopers onderling kan het lastig maken om universele conclusies te trekken
  • een correlatie is nog geen bewijs van een causaal verband: zo kan training met een hogere TRIMP leiden tot een beter uithoudingsvermogen El , maar omgekeerd is het ook mogelijk dat lopers met een hoger uithoudingsvermogen El beter in staat zijn om te trainen met een hogere TRIMP

Toch mogen we verwachten dat in de toekomst deze en andere problemen opgelost gaan worden zodat Big Data ons echt kan helpen om beter te gaan lopen.

Stryd heeft in dit opzicht een veelbelovend concept ontwikkeld met het Stryd Power Center. Sterke punten van dit concept zijn het feit dat het gebaseerd is op vermogen (waardoor in principe de invloed van het weer en het parcours meegenomen kunnen worden) en dat iedere loper zijn eigen data verwerkt krijgt in zijn persoonlijke Power Duration Curve (zodat de grote individuele verschillen tussen lopers het beeld niet vertroebelen).

Kortom: wij zien uit naar een toekomst met Big Data (voor het lopen dan, waarbij we ons over de privacy niet zo druk maken).

Lees verder...

Met welk vermogen kan ik lopen in die virtuele race?

Met welk vermogen kan ik lopen in die virtuele race?

“Met welk vermogen kan ik lopen in die virtuele race?”

Deze vraag krijgen we nogal eens. Steeds meer hardlopers maken kennis met hardlopen op vermogen. Dat is niet ingewikkeld, wel nieuw en daarom soms nog onwennig.
En voor virtuele races heel geschikt. Je loopt alleen. Je kunt je op niemand richten en hebt geen referentie. Behalve als je met een hardloopvermogensmeter loopt. Dan hoef je maar één getal op je hardloophorloge in de gaten te houden. Dat is het wattage dat je aankunt op die afstand.

Hoe kom je aan dat wattage?

Dat kun je ingewikkeld maken door eerst ons boek Hardlopen met Power! te lezen en alle aspecten die van invloed zijn op je hardloopprestatie te doorgronden. Het kan ook met grote stappen gauw thuis. Hans gaf daar afgelopen week spontaan een eenvoudige vuistregel voor.

Hoe kwam dat zo? We mochten een paar opties voor de omslag van ons nieuwe boek bekijken. Op de omslag staat een hardloper die een halve marathon loopt met 284 watt en 1:41:32 als tijd neerzet. Die loper weegt 75 kg, zei Hans meteen.

Vereenvoudigde formule

Hans maakte daarbij gebruik van de vereenvoudigde formule P = 1,04*m*v
In de formule is P het wattage (in watt), m het gewicht van de hardloper (in kg) en v de loopsnelheid (in meters per seconde).

Als je 1:41:32 loopt op de halve gaat dat in 289 seconden per kilometer (gemiddelde tempo 4:49/km). De loopsnelheid is dan 1000 meter gedeeld door 289 seconden = 3,46 m/s. Het is verder een kwestie van die vereenvoudigde formule invullen waarbij de uitkomst 284 watt moet zijn.

En om nu tot een bruikbaar antwoord te komen op de vraag hoe kom je aan het wattage voor die virtuele race: stel je wil met een tempo van 5:00/km lopen. 1000 meter gedeeld door 300 seconden levert een loopsnelheid v op van 3,33 m/s. En als je bijvoorbeeld 80 kg weegt, is het vermogen waar je je in die virtuele race op kunt richten: 1,04*80 kg*3,33 m/s = 277 watt.

Die 277 watt kun je gebruiken als je met een Stryd loopt, een Coros horloge, of met een app als Power2Run voor Apple watch. Bij Coros en Power2Run moet je wel bedenken dat die geen rekening houden met de wind. De factor 1,04 gaat op voor rustig weer met weinig wind.

Dat is ook zo als je met Polar Running Power en Garmin Running Power loopt. Deze hebben ook geen windmeting. Bovendien is de definitie van vermogen bij Garmin en Polar anders. Het met de vereenvoudigde formule berekende vermogen dien je bij Garmin en Polar met 25% op te hogen. Dat wordt dan 346 watt.

Calculator

ProRun heeft een calculator op de website waar de vereenvoudigde formule achter zit. De calculator is eigenlijk bedoeld om het vermogen te bepalen dat je bij intervaltraining loopt.
Hiervoor moet je aangeven wat je gewicht is en hoeveel seconden je per 100 meter wil lopen.

In het voorbeeld van een tempo van 5:00/km is dat 300 seconden per 1000 meter, dus 30 seconden per 100 meter. Als je dat invult in de calculator, zal je zien dat ook hier de uitkomst 277 watt is voor iemand van 80 kg.

Welk tempo kan ik dan lopen?

Om op bovenstaande wijze het vermogen te berekenen is het wel nodig dat je van jezelf weet welk tempo bij weinig wind op een vlak parcours haalbaar is. De factor 1,04 in de formule is, zoals eerder in dit artikel al is aan gegeven, op deze situatie gebaseerd. Als het harder waait, is de luchtweerstand hoger en is navenant een hoger wattage nodig om je voorgenomen tempo te lopen. Of je tempo moet omlaag om het met die wind vol te houden als het al je maximaal haalbare tempo was voor die afstand. In een volgend artikel zullen we in een handig tabelletje laten zien wat wind met je wattage doet.

Helaas zijn er in deze tijd maar weinig echte wedstrijden waar je van kunt afleiden wat je kunt. Als je dat van een of meer afstanden wel weet, zou je onderstaande tabel kunnen gebruiken. Per regel staan hier de bij elkaar behorende haalbare tijden voor verschillende afstanden. Je kunt natuurlijk ook de calculator op de website www.hetGeheimvanHardlopen.nl gebruiken.

haalbare tijden voor verschillende afstanden

Lees verder...

Wat een wind!

Wat een wind!

Storm Evert raasde donderdag 11 maart 2021 over Nederland. “In het hele land komen zware windstoten voor van 80 tot 90 kilometer per uur voor, en in het noorden en westen van 100 tot 110 kilometer per uur. De piek valt in de laatste uren van de ochtend en aan het begin van de middag. Naar verwachting gaat de storm rond 14.00 uur liggen.”

Ron ging in Leusden om 11:13 uur de deur uit voor een trainingsrondje van een kleine 10 km. Evert is de eerste voorjaarsstorm van 2021. Voor de naamgeving van stormen werkt Nederland samen met het Verenigd Koninkrijk en Ierland. Dit heeft een logische reden. De meeste stormen in ons land komen uit het westen. Vorig jaar rond deze tijd schreven we voor ProRun over de voorjaarsstormen Ciara en Dennis.

Ron besloot zijn trainingsrondje te lopen op het moment dat Evert op z’n krachtigst zou zijn. Een mooie gelegenheid om te controleren of de Stryd hardloopvermogensmeter de windweerstand nog goed meet.

Wind Port

Een vermogensmeter voor een fiets berekent het vermogen uit de kracht die je op de pedalen zet. Als het harder waait, moet je harder trappen en zie je het wattage vanzelf oplopen als je niet wil verslappen in snelheid. De lezers van ProRun weten dat een Stryd het vermogen bepaalt met de precisie instrumentjes in de footpod aan de veters van je hardloopschoen. Voor de luchtweerstand (loopwind en windkracht) maakt Stryd gebruik van een ‘wind port’. Dit is een uit de stromingsleer bekende meetmethode die bijvoorbeeld ook bij vliegtuigen wordt gebruikt. Feitelijk meet het luchtdrukverschillen. En aangezien de lengte en gewicht van de hardloper bekend is, valt ook een goed inschatting te maken van de cdA-waarde, oftewel het frontale oppervlak van de hardloper. Tezamen biedt dit Stryd voldoende informatie om onderweg continu de luchtweerstand te bepalen.

Het vlakke trainingsrondje leverde onderstaande grafiek van de luchtweerstand op. Op de horizontale as staat de afstand (in kilometers) en op de verticale as de luchtweerstand (in watts).
In PowerCenter van Stryd zie je de gegevens niet op deze manier. Ze zijn er wel. Met bijvoorbeeld GoldenCheetah valt het zichtbaar te maken (importeer de .fit-file, ga naar Activities en dan naar Data en vervolgens Raw Data).

Het waaide windkracht 7 met windvlagen tot windkracht 10. Onderweg was ook wel beschutting van gebouwen en bosschages. In de Schammer, een inundatiegebied waar in geval van wateroverlast water uit de Gelders Vallei wordt geborgen zodat Amersfoort droge voeten houdt, had de wind vrij spel. Bij vlagen was de luchtweerstand een paar keer meer dan 100 watt! Voor hardlopen is dat veel. Je moet flink aanzetten. Het voelt alsof je plots tegen een flinke helling moet lopen.
Het leverde zelfs een nieuwe 5 seconden waarde en 10 seconden waarde op voor de vermogenscurve van Ron: 459 watt resp. 391 watt.

Luchtweerstand als wattage

We laten ook de windgegevens van Weerplaza voor Leusden zien. Deze bevestigen dat het flink waaide tijdens de training van Ron.

Windgegevens in Leusden volgens Weerplaza op donderdag 11 maart 2021
Windgegevens in Leusden volgens Weerplaza op donderdag 11 maart 2021

Wind is altijd nadelig

Het probleem van wind is dat het altijd in je nadeel werkt. Een reden is dat zelfs wind van opzij samen met de loopwind tegenwind oplevert. Er zijn daarom meer hoeken waar de wind uit waait die nadeel opleveren dan er hoeken zijn waar wind een voordeel brengt. We hebben dat eerder uitgebreid uitgelegd bij ProRun. In bovenstaande grafiek met de luchtweerstand kun je zien dat er stukken waren met nagenoeg geen luchtweerstand. Dan loop je gemakkelijk. Als op een vlakke loopband.

Voor een training is een stevige wind niet ongunstig. Je kunt er een fartlek training van maken. Bij een wedstrijd kun je daarentegen een PR meestal vergeten. Wel kun je door slim te lopen tijdverlies beperken. De eerste tip is om een groepje op te zoeken en in het groepje voor de wind te schuilen. Hier gaat de bekende regel ‘alleen ben je sneller, samen kom je verder’ op. Zelfs op kop heb je voordeel van een groepje.
Second best is dat je steeds die kant van de weg op zoekt waar je de meeste beschutting hebt, of juist de meeste rugwind. Dat levert je wel beduidend minder op dan in een groepje lopen.

Ron (80 kg) liep de training met een gemiddelde van 263 watt. De luchtweerstand was gemiddeld 5,58%. Dit is ongeveer het dubbele van een dag met windkracht 3. Storm Evert betekende daarmee een gemiddeld nadeel van 10 seconden per kilometer. Dat is 7 minuten in een marathon.
Als je verstandig loopt. Dat wil zeggen dat je tegen de wind in niet met energie gaat smijten. Dan verbrand je immers onevenredig meer koolhydraten, die je later in de marathon tekort gaat komen en kom je beslist de man met de hamer tegen. Onlangs lieten we nog in een artikel zien wat de optimale brandstofmix koolhydraten/vet (glycogeen/vetzuren) is bij de wereldrecords op verschillende afstanden.

De Stryd biedt je de mogelijkheid om je vermogen te doseren. Dit doe je door op het wattage op het scherm van je hardloophorloge te letten en niet veel harder te lopen dan het wattage dat voor jou op die afstand haalbaar is. In de grafiek zie je dat de wind bij vlagen 40% van je vermogen opslokt. Hier doe je er voor een beter eindresultaat verstandig aan om bewust een stuk langzamer te lopen.

We verwachten overigens bij dit soort windvlagen niet dat het je in de praktijk lukt om heel precies te voldoen aan de theorie van het constante vermogen voor optimaal resultaat. Als het je bij benadering lukt, is dat al mooi.

Luchtweerstand als percentage

We geven tenslotte nog het kaartje uit Garmin Connect om te laten zien hoe de wind op het trainingsrondje stond. Elke 500 meter geeft Ron’s Garmin een lap.

Met ons model hebben we daarop nog wat gerekend. Het kaartje laat zien dat, afgezien van beschutting, Ron de wind overwegend schuin mee of schuin tegen had. Als we het gemiddelde tempo van Ron (5:37/km) en een windsnelheid van 54 km/h (15 m/s, windkracht 7) invoeren in ons model, krijgen we de volgende resultaten:

  • wind schuin tegen (45°) = 370 watt totaal hardloopvermogen
  • wind schuin mee (45°) = 194 watt totaal hardloopvermogen

Dat het gemiddelde over dit trainingsrondje op 263 watt uitkomt, lijkt daarmee heel plausibel.

Kaartje training

Lees verder...

Hans en Ron delen alweer 7,5 jaar hardloopgeheimen

Hans en Ron delen alweer 7,5 jaar hardloopgeheimen

De wetenschappelijke insteek van Hans en Ron maakt gebruik van natuurkundige wetmatigheden en fysiologie. Samengevat als bewegingsfysiologie voor de gewone hardloper.
De meeste van hun artikelen hebben de twee bij ProRun gepubliceerd. Dat neemt niet weg dat je ze ook regelmatig tegenkwam en komt in Nederlandse en Vlaamse hardlooptijdschriften en andere hardloopsites. De teller staat op rond de 500 artikelen.

Hoe is het zo gekomen?

Hans begon in 1980 met hardlopen. Op de dag dat Gerard Nijboer in Moskou Olympisch zilver op de marathon pakte. Hans speelde ooit in de jeugd van Feyenoord en bleek ook voor hardlopen talent te hebben. Ron had al een paar jaar eerder het hardloopvirus opgelopen.

Samen werden ze collega’s, zijn ze vrienden en bovenal hardloopvrienden. Met de zondagochtend als vast moment voor een lange duurloop. Ze bespreken dan de belevenissen van de week en nieuwe plannen. Door de jaren heen hebben ze zo wel 40.000 km samen getraind en wereldwijd op mooie plaatsen een wedstrijd of training gelopen.

Een drukke baan en leuk gezinsleven maakte wel dat het accent minder op prestatie en steeds meer op recreatief hardlopen kwam te liggen. Tot 2011. Bij zijn vroegpensioen als hoogleraar aan de Technische Universiteit Delft kreeg Hans een Garmin horloge met hartslagband cadeau. Eerder moest Hans niets van zoiets hebben. Hans liep op gevoel.
Ron had al zo’n horloge omdat het leuk is achteraf te zien waar je hardlopend zoal bent geweest en hoe ver dat precies was. Zijn hartslagband lag ongebruikt in de kast.

Bij de lange zondagse duurlopen door de natuur in de omgeving van Leusden ging het door het nieuwe horloge van Hans al snel over de cijfermatige relaties die ze zagen. Ingenieurs zijn nu eenmaal gek op cijfers en willen weten hoe het zit. Met zichzelf als testobject konden ze de relatie tempo en hartslag als lineair bevestigen. Net zoals het toerental van je automotor recht evenredig met snelheid is. Totdat je schakelt natuurlijk.

Door het drukke maatschappelijke leven hadden ze niet bepaald een afgetraind gewicht. Dit leidde al vlot tot de bevestiging dat 1% afvallen ertoe leidt dat je 1% sneller bent. Val je 15% af, zoals Hans in die jaren, dan loop je 15% harder. Daar mag de winst van gerichter trainen nog bijgeteld worden.

Ron begon weer dezelfde tijden te lopen als begin jaren negentig. Hans streed in zijn leeftijdsklasse zowel op de weg als op baan mee om de nationale titels. Het plezier en passie leidde ook tot prestaties bij internationale toernooien.

Hans in de zilveren 5000 meter finale M55 tussen de Russische combine van Alexandre Kaplenko (207) en winnaar Leonid Tikhonov (1120) tijdens de World Masters Games in Turijn (2013)
Hans in de zilveren 5000 meter finale M55 tussen de Russische combine van Alexandre Kaplenko (207) en winnaar Leonid Tikhonov (1120) tijdens de World Masters Games in Turijn (2013)

Het Geheim van

Veel hardloopliteratuur werd doorgenomen, in de praktijk uitgeprobeerd, besproken met deskundigen, prestaties van topatleten geanalyseerd én alles natuurlijk gedocumenteerd vastgelegd. De basis van het boek Het Geheim van Hardlopen was gelegd.

De eerste druk verscheen op 13 oktober 2013 en bleek een bestseller. Dat was zeker ook het geval voor de calculator op de website www.hetGeheimvanHardlopen.nl. Nog steeds bezoeken honderden hardlopers per dag deze website om zelf te rekenen aan de invloed van de omstandigheden op hun hardloopprestatie, of te laten berekenen wat de tijd wordt op een andere afstand, bij wind, hoogteverschillen, hoogte, andere ondergrond, lage of hoge luchtdruk, de invloed van ouder worden en nog veel meer.
De vele reacties variërend van zetfouten, nog meer informatie en ervaringen, en onderbouwingen leidde in april 2014 tot een nog betere tweede druk. Deze is nog steeds te koop als e-book.

Wielrennen

De toegankelijkheid van het boek Het Geheim van Hardlopen met de vele korte hoofdstukken waarin steeds één aspect wordt uitgediept, leidde tot de vraag om Het Geheim van Wielrennen te schrijven.
Hans en Ron zijn wel wielerliefhebber, maar waren niet praktiserend en hadden ook geen netwerk in deze tak van sport. Dat kon sportarts en trainer Guido Vroemen subliem invullen. Met zijn brede ervaring en expertise bracht Guido theorie en praktijk in verband. In juni 2015 rolde Het Geheim van Wielrennen van de persen. Als e-book wordt dit standaardwerk nog steeds veel verkocht.

Wielrennen en hardlopen hebben als duursport veel overeenkomsten. Het gebruik van vermogensmeters is heel gangbaar bij prestatiegerichte wielrenners van welk niveau dan ook. Vermogen (wattage) is niet meer of minder dan de hoeveelheid energie die je per seconde verbruikt (kiloJoules (kJ) c.q. kilocalorieën (kcal)). Met natuurkunde kun je rekenen aan rolweerstand (banden, wegdek), luchtweerstand (wind), klimweerstand (hellingen) en mechanische weerstand (ketting, tandwielen). Dit leverde het wielrenmodel op. Op www.hetGeheimvanWielrennen.nl kan iedereen zelf met de calculator rekenen aan de invloed van allerlei aspecten op wielerprestaties.

De eyeopener was dat in basis dit wielrenmodel ook voor hardlopen en schaatsen geschikt is. Dit zijn duursporten die met dezelfde natuurkundige wetten en fysiologie te maken hebben. Bij schaatsen gaat het uiteraard om glijweerstand in plaats van rolweerstand. Bij hardlopen heb je wel hellingen en geen verliezen door ketting en tandwielen. Het universele rekenmodel voor duursport was geboren.

Hardloop- Wielrenmodel

In basis luisteren wielrennen en hardlopen naar dezelfde natuurkundige wetten

Hardloopvermogen

Met de bij wielrennen opgedane inzichten in het begrip wattage (vermogen), kwam het vanzelf op de gedachte hoe mooi het zou zijn als je bij hardlopen ook met vermogen kunt werken. Hans dook hier in en vervolmaakte het hardloopmodel met vermogen.
Nooit eerder kon zo mooi gerekend worden aan hardloopprestaties, geëvalueerd en prestaties voorspelt. Dit alles werd uitgewerkt in het boek Hardlopen met Power!.

Er was één maar. Hardloopvermogensmeters waren er niet. Je kon wel met wattages rekenen maar anders dan bij wielrennen nog niet meten tijdens het hardlopen.
Het toeval wilde dat Hans en Ron bij de afronding van Hardlopen met Power! via Guido Vroemen in contact kwamen met kickstarter Stryd. Dit in het Amerikaanse hardloopmekka Boulder (Colorado) gevestigde bedrijf kwam met een hardloopvermogensmeter op de markt.

Al snel waren contacten gelegd en ontstond een inspirerende inhoudelijke e-mailwisseling. Op zeker moment kwam de huidige Stryd CEO Jamie Williamson zelfs over naar Amersfoort voor besprekingen, testen op de atletiekbaan van AV Altis en inspanningstesten op de loopband bij SMA Midden Nederland.

Een en een is twee. Met de theorie uit Hardlopen met Power! en de praktijk van de wattages die Stryd meet ontstond een wereld aan mogelijkheden om naar hardloopprestaties te kijken. De kleine footpod aan de veter van je schoen is uiterst nauwkeurig. De instrumenten in het apparaatje meten honderden keren per seconde de verplaatsing. Snelheid, afstand en hoogteverschillen zijn daardoor vele malen preciezer dan welk GPS-horloge dan ook.

De Stryd hardloopvermogensmeter maak je aan de veters op je schoen vast en verbindt je met je Garmin, Polar, Coros, Apple Watch of ander sporthorloge
De Stryd hardloopvermogensmeter maak je aan de veters op je schoen vast en verbindt je met je Garmin, Polar, Coros, Apple Watch of ander sporthorloge

Aanvankelijk kon de Stryd alleen met de loopweerstand en klimweerstand uit de voeten. Met een ingenieus systeem meet het inmiddels ook de luchtweerstand. Stryd maakt gebruik van een meetprincipe dat vergelijkbaar is met de uit de stromingsleer bekende pitotbuis. Stryd noemt het een ‘wind port’. Hans en Ron kennen pitotbuizen vanuit hun waterachtergrond. In de vliegtuigindustrie is deze meetmethode gemeengoed voor het meten van vliegsnelheden.
Enige scepsis konden ze niet onderdrukken. Stryd gaf Hans en Ron daarop de gelegenheid om het zelf te testen in de windtunnel van het Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum (NLR) in Marknesse. En raakten onder de indruk en overtuigd.

Niet iedereen in de atletiekwereld neemt de Stryd serieus. Hardloopvermogen wordt anders bepaald dan bij de rechtstreekse meting van vermogen uit de kracht op de pedalen van een fiets. Sommigen vinden het door algoritmen berekende Stryd vermogen geen echt wattage. Deze categorie mensen zal ook problemen hebben met de snelheidsmeter in het dashboard van hun auto. Deze snelheid wordt ook al in geen jaren meer mechanisch bepaald.

Een groot voordeel van de wattages van Stryd is dat deze aansluiten bij de waarden die wielrenners kennen van hun vermogensmeters. Triatleten en duoatleten kunnen hier beter mee werken dan met de hogere brutovermogenswaarden van Garmin Running Power en Polar Power.
En het allerbelangrijkste voordeel is dat je met de Stryd waarden wel kunt rekenen aan de omstandigheden tijdens de training of wedstrijd.

Hans controleert de testopzet van Stryd in de windtunnel van NLR. Op de band loop Ray Maker (DC Rainmaker)
Hans controleert de testopzet van Stryd in de windtunnel van NLR. Op de band loopt Ray Maker (DC Rainmaker)

Rode draad ProRun

De wekelijkse publicatie van artikelen bij ProRun liep ondertussen gewoon door. Hans en Ron hebben bijvoorbeeld laten zien onder welke (onreglementaire) voorwaarden een marathon onder de twee uur mogelijk is. Uiteraard analyseerden ze later de poging van Eliud Kipchoge in Monza (Italië) en zijn succes bij de INEOS 1:59 Challenge in Wenen. Met windje mee op de Afsluitdijk zou het ook zijn gelukt.
Uiteraard ging het bij ProRun ook over de nieuwe schoenen van Nike die tot op de dag van vandaag betere hardloopprestaties oplevert. Vergelijkbaar met wat bij de schaatssport gebeurde bij de introductie van de klapschaats.

Uitgelegd is hoe geweldig goed de kopgroep in de Standard Chartered Dubai Marathon 2020 tot het eind samenwerkte, elkaar uit de wind hielden en uiteindelijk 11 lopers onder de 2:07 liepen. Tussen nummers 1 en 11 zaten maar 19 seconden. Van de 20 eerste finishers liepen 14 een PR.

Wat dacht je van de marathon van Andalusië, de snelste marathon ter wereld met een hoogteverschil van 1938 meter en finish in Malaga. Dat ging snel maar ook gepaard met blessures. De snelheidswinst uit de voortdurende daling van het parcours bleek een aanslag op spieren, pezen en knieën.

Iedereen weet dat hardloopprestaties met de jaren minder worden. Het is leuk om te weten hoeveel minder dat is en wat je bij een bepaalde tijd op je 28ste zou hebben gelopen als je toen relatief net zo goed was als nu. Het motiveert diverse Nederlandse masters om door te gaan.

En passant rekenden Hans en Ron aan de prestaties van wielrenner Tom Dumoulin in de Tour de France. Wat maakt een kilootje lichaamsgewicht uit? En kwamen vele artikelen langs over de invloed van de temperatuur op hardloopprestaties, zweetproductie en de limieten van het menselijk kunnen.

Internationaal

Het succes van de boeken en artikelen van Hans en Ron bleef niet onopgemerkt. Het Geheim van Hardlopen (gecombineerd met Hardlopen met Power!) en Het Geheim van Wielrennen is opgepakt door Meyer&Meyer, de grootste Europese sportboekenuitgever. De boeken zijn wereldwijd in het Engels, Duits, Spaans en Italiaanse verkrijgbaar. Dat zien we ook terug in het bezoek aan de tweetalige website www.hetGeheimvanHardlopen.nl.
Op deze webpagina is een mooi overzicht van alle edities en verschijningsvormen van de boeken te vinden.

Wereldwijde belangstelling voor de informatie en calculator op www.hetGeheimvanHardlopen.nl
Wereldwijde belangstelling voor de informatie en calculator op www.hetGeheimvanHardlopen.nl

Snelste Weg naar een PR: Lopen op Vermogen

Is het hier mee klaar? Nee, zeker niet! Inmiddels staat een nieuw boek op stapel. Het schijfwerk is gedaan door Koen de Jong. Het boek is bedoeld voor een breed publiek en verschijnt medio maart 2021.

Breed publiek? In het voorwoord geeft Koen aan dat hij het zo heeft geschreven dat iedereen die op de middelbare school net als hij blij was van het vak natuurkunde af te zijn het kan volgen en gebruiken. Je hoeft immers niet te weten hoe de snelheidsmeter van je auto werkt om je aan de snelheid te houden. En als je dan ook op je dashboard ziet hoever je nog met je brandstoftank kunt, weet je of je wel of niet je bestemming bereikt zonder bij te tanken. Zo kun je de Stryd hardloopvermogensmeter inderdaad ook gebruiken.

Dus wil je meer lezen over lopen op vermogen? Dan kun je het boek Snelste Weg naar een PR: Lopen op Vermogen van Hans van Dijk, Ron van Megen en Koen de Jong als e-book (gratis) aanvragen via ProRun. Tweede helft maart 2021 is dit e-book leverbaar. Eind april 2021 verschijnt het boek ‘Snelste Weg naar een PR: Lopen op Vermogen’ ook in gedrukte vorm, met ISBN 978-90-821069-5-4. Het is voor € 10 bij de reguliere boekhandel te koop.
Leuk is dat ook dit boek internationaal gaat. Dit voorjaar verschijnt een Engelstalige editie. Gevolgd door Spaans, Duits en Frans. Op nog weer andere talen is een optie genomen.

Via deze link kun je meer te weten komen over dit nieuwe boek.

Passie en plezier in hardlopen liggen aan de basis van dit nieuwe boek. Koen de Jong, Ron van Megen en Hans van Dijk leggen de lezer uit hoe je met gemak tot betere prestaties kunt komen.
Passie en plezier in hardlopen liggen aan de basis van dit nieuwe boek. Koen de Jong, Ron van Megen en Hans van Dijk leggen de lezer uit hoe je met gemak tot betere prestaties kunt komen. (Foto: Janneke Poort)

Is het hiermee klaar?

Zeker niet. Hans en Ron gaan door. Ook is het heel inspirerend om mee te denken over nieuwe toepassingen. Uiteraard moet Stryd dat dan zelf oppakken. Daar gaan Hans en Ron niet over.

Vorige week nog hebben ze een ervaren marathonschaatser gevraagd om met de Stryd te rijden. In theorie moet dat goed kunnen. In de praktijk blijkt een klapschaats niet los van het ijs te komen en mist het algoritme een signaal. Zoiets lijkt goed oplosbaar.

Van de sportarts van een voetbalclub in Montevideo, Uruguay, kwam een vraag over de toepasbaarheid bij voetballen. Nu wordt alom GPS gebruikt voor de bewegingen van een voetballer in het veld. Hoe goed het GPS-systeem ook is, het is altijd traag in vergelijking met de bewegingen van een voetballer en de trappen tegen de bal. Een Stryd kan dit wel bijhouden. Je zou het dan op de hiel van de voetbalschoen kunnen bevestigen. Een probleem is dat de mensen van Stryd wel een wetenschappelijke staf en netwerk hebben die ingevoerd is in hardlopen, maar voetbal op hoog niveau is een vak apart.

Leuk vonden we ook de vragen van een Engelsman over het idee om een Stryd aan de benen van een paard te bevestigen.

Zo kunnen we nog even doorgaan. En dat zullen we zeker doen!

Lees verder...