Het gevaar van onderkoeling

Het gevaar van onderkoeling
Afgelopen weken hebben we het in onze artikelen op ProRun gehad op het effect van de temperatuur op je hardloopprestaties. Er is nog een heel ander aspect waar rekening mee gehouden moet worden: onderkoeling!

In de winter komt het regelmatig voor dat regen, kou en wind voor problemen zorgen Wat voor invloed heeft de combinatie van wind en kou op ons prestatievermogen? Er zijn vier factoren die hierbij een rol spelen.
Bij harde wind daalt de gevoelstemperatuur sterk

Bij harde wind is de gevoelstemperatuur een stuk lager dan de gewone temperatuur. Deze ‘windkoude’ (‘windchill’ in het Engels) wordt veroorzaakt doordat de wind het isolerende laagje lucht rondom de huid wegblaast. In de grafiek laten we de gevoelstemperatuur als functie van de gewone temperatuur en de windkracht in Beaufort.

Zoals we zien kan de gevoelstemperatuur bij harde wind makkelijk 10°C lager zijn dan de gewone buitentemperatuur. Bij de condities van de marathon van Eindhoven was de gevoelstemperatuur minder dan 3°C , dus dichtbij het vriespunt!

In de regen treedt snel onderkoeling op

Dit komt doordat de huid nat wordt en er zich dus geen isolerend luchtlaagje kan vormen. In de praktijk blijkt deze factor zeer belangrijk te zijn omdat de warmtegeleiding van water maar liefst 26 keer groter is dan die van lucht. 
 
Beschermende kleding en olie is nodig

De functie van kleding is om een isolerend luchtlaagje in stand te houden dat de afkoeling beperkt. Het is verstandig om meerdere lagen lichtgewicht poreuze en ‘ademende’ kleding te dragen, die  geen vocht opneemt en een optimale isolatie bewerkstelligt. 

In de literatuur staan richtlijnen voor het aantal isolerende lagen kleding als functie van de gevoelstemperatuur en de loopsnelheid. Bij gevoelstemperaturen in de buurt van het vriespunt zijn theoretisch 2 beschermende lagen nodig en in de praktijk tenminste 3, met name wanneer de kleding nat kan worden en zijn isolerende functie verliest. Wanneer de loopsnelheid daalt tot een wandeltempo, zijn zelfs 4 lagen vereist. De invloed van de loopsnelheid is dus aanzienlijk. In rust zijn 4 keer zoveel lagen nodig als bij een snelheid van 16 km/h. Het benodigde aantal isolerende laagjes voor een Eskimo op de Noordpool is zelfs 10!

Tegenwoordig is ook beschermende olie verkrijgbaar. Deze vormt een dun isolerend filmpje op de huid, waardoor warmteverlies eveneens beperkt wordt. Deze olie wordt ook veel gebruikt door wielrenners, die nog meer dan hardlopers last hebben van de windkoude. In de regen kan deze olie na verloop van tijd afgespoeld worden en zijn werking verliezen. 

Kleine en magere mensen zijn extra kwetsbaar in de kou

De vierde en laatste invloedfactor is de gevoeligheid van de loper voor de kou. Kleine mensen zijn gevoeliger omdat hun verhouding lichaamsoppervlak/gewicht groter is. Hierdoor moeten ze relatief meer warmte produceren om afkoeling tegen te gaan. Veel lopers hebben een laag vetpercentage. Ook dit is ongunstig, omdat het lichaamsvet een isolerende functie heeft. Tim Noakes, de auteur van ’The Lore of Running’, concludeerde dan ook dat de gevoeligheid voor de kou juist het omgekeerde is van de gevoeligheid voor de hitte: in de hitte zijn kleine, magere mensen in het voordeel, terwijl in de kou het omgekeerde geldt! 

Je kunt het effect van je snelheid in relatie tot je leeftijd zelf berekenen op onze calculator  en alle factoren op je prestaties nalezen in ons nieuwe boek 

Het boek luidt een revolutie in op hardloopgebied. Het boek legt de achtergronden en voordelen uit van hardloopvermogensmeters, die momenteel op de markt verschijnen. Net als wielrenners, kunnen hardlopers nu ook hun prestaties in de training en in de wedstrijd optimaliseren met de extra informatie van hun wattage! Van de schrijvers van Het Geheim van Hardlopen

Hans van Dijk en Ron van Megen

Lees verder...