Hoeveel langzamer ga je lopen als je ouder wordt?

Hoeveel langzamer ga je lopen als je ouder wordt?

Naarmate we ouder worden, neemt de loopprestatie af.

Voor langeafstandslopers geldt dat  de meesten op een leeftijd van 25 tot 35 jaar hun topjaren beleven. Boven de 35 jaar nemen de prestaties in het algemeen langzaam en gelijkmatig af. Vanaf 55 jaar neemt  het verval iets toe en boven de 75 jaar nemen de prestaties steeds sneller af.

Maar dat verval, valt best mee. En als je pas na je 35ste bent begonnen met serieus hardlopen, kun je nog lang verbeteren.

Hoeveel langzamer worden de gemiddelde loper en onze Marathon Man?

Wiskundig kan dit berekend worden door vanaf 35 jaar de snelheid en dus de km-tijd  jaarlijks met 0,8 % te laten afnemen. Dit zien we ook terug in de leeftijdscorrectietabellen van de WMA (World Masters Athletics). In de onderstaande grafiek zien we dat onze Marathon Man er rekening mee moet houden dat zijn km-tijd op de marathon gaat toenemen van 4 min 59 sec/km (eindtijd 3:30:00) op zijn 35ste naar 5 min 50 sec/km (eindtijd 4:05:07) op zijn 55ste en 6 min 51 sec/km (eindtijd 4:47:27) op zijn 75ste.


De berekende resultaten gelden natuurlijk niet voor iedereen. Het verval van 0,8% per jaar is een gemiddelde voor veteranen die ook op hogere leeftijd serieus blijven trainen en in competitie blijven. Minder serieuze langeafstandslopers moeten rekening houden met een verval van 1 % per jaar.  Er lopen echter ook bijzondere talenten rond als Jo Schoonbroodt en Cees Stolwijk, die de jaren trotseren en die erin slagen het verval te beperken tot 0,6 % per jaar of nog minder, zie de onderstaande grafiek.

Als de motivatie en training van onze Marathon Man afnemen, moet hij rekening houden met een km-tijd van 7 min 24 sec/km op zijn 75ste (marathontijd 5:11:11). Met maximale training en speciale aanleg zou hij het verval kunnen beperken tot 6 min 19 sec/km (marathontijd 4:25:30).

Het is dus zonneklaar dat het leeftijdseffect zeer groot en onomkeerbaar is. Dat is uiteraard ook de reden voor de indeling in leeftijdsklassen bij de veteranenatletiek. Momenteel wordt meestal een indeling in 5-jaarklassen gehanteerd (35-39, 40-44, 45-49 jaar enz.). Ook met deze indeling heeft de jongere veteraan in zijn klasse nog een significant voordeel ten opzichte van de oudere, namelijk maximaal (1,008)5=1,04. Dit komt neer op een voordeel van liefst 4 %! Vandaar dat gesproken wordt over het overgaan naar leeftijdscorrectie per jaarklasse in plaats van per 5-jaarklassen. Bij de oudere veteranen (boven de 55 jaar en zeker boven de 75 jaar) speelt het nadeel van de 5-jaarklassen een nog grotere rol omdat het verval per jaar dan nog groter is.

De statistieken van Elmer Sterken

Professor Elmer Sterken is de rector magnificus van de Rijks Universiteit Groningen. Zijn expertise ligt op het gebied van de monetaire economie. Hij is ook een fervent sporter én deskundig op het gebied van sportstatistiek. Hij publiceerde ooit een artikel met een gedetailleerde analyse van  leeftijdscorrectie. Hij gebruikte als basis de uitgebreide statistieken van de US Long Distance Running Association. Deze dataset bevat gegevens van de leeftijden van 3 tot en met 95 jaar en de afstanden van 5 km tot en met 42,195 km. Sterken analyseerde dit met software uit de econometrie. Het resultaat was dat hij leeftijdscorrectiefactoren kon afleiden per jaarklasse en per leeftijd, voor zowel mannen als vrouwen. De onderstaande figuur geeft de leeftijdscorrectiefactoren voor mannen van 1 tot en met 95 jaar op de 5 km.

Wij hebben de bijbehorende vergelijkingen bepaald en in de figuur weergegeven.

Deze vergelijkingen vormen de basis voor de leeftijdscorrectie in onze calculator.  Interessante algemene conclusies zijn:

1. De topprestaties worden zowel bij mannen als bij vrouwen geleverd op een leeftijd van 27 tot 30 jaar.
2. De prestaties nemen geleidelijk af boven de 30 jaar. Op een leeftijd van 45 jaar is de correctiefactor 0,90, zowel bij mannen als bij vrouwen. Op een leeftijd van 60 jaar is de correctiefactor 0,80 bij mannen en 0,75 bij vrouwen.
3. Boven de 70 jaar nemen de prestaties sneller af.
4. De prestaties nemen, vooral op hogere leeftijd, wat meer af dan blijkt uit de tabellen van de WMA. De WMA is dus te optimistisch over de prestaties van de masters.

Je kunt het effect van de leeftijd op je eigen tijden berekenen met onze calculator.

Lees verder...