Lopen op vermogen met Stryd: maar wat wordt dan je eindtijd in een wedstrijd?

Lopen op vermogen met Stryd: maar wat wordt dan je eindtijd in een wedstrijd?

Dit artikel is een direct gevolg van een vraag van één van onze lezers, namelijk JanWillem Nieboer. Hij is een enthousiaste gebruiker van de Stryd en vroeg ons hoe snel hij nu een wedstrijd kan lopen op basis van de ‘Target Power’ van zijn Stryd?

We zijn daar eens goed ingedoken en hebben een hele mooie en simpele formule afgeleid als antwoord op de vraag van JanWillem. Met deze nieuwe formule kan voortaan iedereen heel eenvoudig berekenen wat voor tijd hij/zij kan lopen. De formule geeft je tijd onder ideale omstandigheden, dus een snel parcours zonder hoogteverschillen en bij windstil weer. Als je ook wilt weten hoeveel langzamer je loopt bij niet-ideale omstandigheden, zoals bij heuvels, wind of een cross, wordt het wat ingewikkelder en zul je gebruik moeten maken van onze calculator of onze spreadsheet met het volledige hardloopmodel.

We geven hieronder eerst wat achtergronden en presenteren vervolgens de nieuwe formule en een handige tabel van haalbare tijden bij verschillende waarden van je (specifieke) vermogen. Wie het naadje van de kous wil weten, moet verder doorlezen want in het tweede deel van het artikel leggen we uit hoe we de formule hebben afgeleid.

Hoe groot is het vermogen van je menselijke motor?
Veel lezers zullen op de hoogte zijn van ons hardloopmodel, dat we beschreven hebben in ons boek ‘Hardlopen met Power!’ en in onze artikelen. De onderstaande figuur geeft het principe van het model weer, namelijk dat het vermogen van de menselijke motor P gelijk moet zijn aan de som van de vermogens om de loopweerstand Pr, de luchtweerstand Pa en de klimweerstand Pc te overwinnen.

Het Hardloopmodel

Naarmate je meer en beter traint zal het vermogen van je menselijke motor P toenemen en heb je dus meer vermogen beschikbaar om de 3 weerstanden te overwinnen, waardoor je sneller kunt lopen. Zoals iedereen wel zal begrijpen is je hardloopvermogen P afhankelijk van de duur van de inspanning en dus de afstand: bij een langere afstand moet je je krachten verdelen en is je vermogen dus lager.

Eén van de voordelen van de Stryd is dat je hardloopvermogen van al je trainingen en wedstrijden wordt bijgehouden. Het algoritme van Stryd berekent op basis daarvan je ‘Critical Power’ (CP). Voor gebalanceerde midden- en langeafstandlopers is de CP van Stryd in het algemeen gelijk aan je Anaeroob DrempelVermogen (ADV) oftewel in het Engels je Functional Treshold Power (FTP). Dit is het vermogen dat je 60 minuten kunt volhouden. In de Stryd app kun je vervolgens aflezen wat voor ‘Target Power’ (TP) je moet aanhouden bij wedstrijden van verschillende afstanden. Auteur Hans heeft bijvoorbeeld een CP van 256 Watt, op een halve marathon moet hij volgens de Stryd app een TP van 243 Watt aanhouden om zijn krachten optimaal te verdelen.
Aansluitend op de vraag van JanWillem stellen we dus nu de vraag wat voor tijd Hans kan lopen met deze 243 Watt?

Nieuwe, simpele formule om je wedstrijdtijd te berekenen!
Onze nieuwe formule is supersimpel: om je tijd T (in seconden) te berekenen hoef je alleen maar je TP (in Watts), je gewicht m (in kg) en de afstand d (in meters) in te vullen!

formule om je wedstrijdtijd te berekenen

Voor het voorbeeld van auteur Hans geldt d = 21098 m, TP = 243 Watt en m = 58 kg.
Het resultaat van de formule is dan 5237 seconden ofwel 1:27:17.
Deze tijd klopt heel aardig met de werkelijke prestaties van Hans op de halve marathon, waarbij wel opgemerkt moet worden dat Hans al een tijdje geblesseerd is en dus minder getraind heeft, waardoor zijn CP wat afgenomen is.

Bereken jouw wedstrijdtijd in onze calculator.

We hebben op basis van de nieuwe formule de onderstaande tabel samengesteld die een goed beeld geeft van de haalbare tijden als functie van het specifieke vermogen (TP/m in Watt/kg). Je kunt dus voortaan heel eenvoudig je haalbare tijd berekenen of aflezen uit de tabel als je weet met wat voor specifiek vermogen (TP/m) je de wedstrijd gaat lopen! Dat is natuurlijk heel handig als je in trainingen gebruik gemaakt hebt van de Stryd, want dan bepaalt de Stryd app voor jou je TP. Je gewicht weet je uiteraard, dus is het verder een fluitje van een cent!

De resultaten van de tabel blijken heel goed overeen te stemmen met de praktijk. Bij het maken van de formule hebben we natuurlijk wel wat zaken verwaarloosd (met name de individuele loopeconomie en de individuele luchtweerstand), waardoor in individuele gevallen afwijkingen van 1 of 2% kunnen voorkomen. Hoe dat precies zit behandelen we in het tweede deel van dit artikel. Ook geldt de formule zoals gezegd alleen voor ideale omstandigheden, dus een snel parcours zonder hoogteverschillen en bij windstil weer. Als je wilt weten wat de invloed daarvan is, moet je gebruik maken van onze calculator of spreadsheet met het volledige hardloopmodel. In de tabel hebben we de extreme waarden voor het specifieke vermogen in rood aangegeven: zoals we in het boek ‘Hardlopen met Power!’ hebben behandeld, vallen deze waarden buiten de grens van de (huidige) menselijke fysiologische limieten.

tabel vuistgetal

Achtergronden/theorie
In ons boek ‘Hardlopen met Power!’ hebben we de theorie van het hardloopmodel behandeld. Het volledige model is weergegeven in de onderstaande box.

 formule hardloopmodel

Dit is een nogal complex geheel, een derdegraadsvergelijking met vele parameters die nodig zijn om de invloed van de verschilende omstandigheden te beschrijven. We hebben een Excel-spreadsheet gemaakt waarmee deze derdegraadsvergelijking wordt opgelost en exact kan worden berekend hoe groot de invloed van alle aspecten is. Geinteresseerde lezers kunnen deze Excel bij ons aanvragen, maar vele lopers zullen de voorkeur geven aan een vereenvoudigde versie.

We hebben daarom om te beginnen even gesteld dat er geen heuvels in het parcours voorkomen (i=0), waardoor het derde deel van de vergelijking nul wordt en dus wegvalt. Vervolgens hebben we gesteld dat het winstil weer is (vw = 0), waardoor het tweede deel van de vergelijking ook een stuk eenvoudiger wordt.

Wat dan over blijft is de vergelijking: P = ECOR*m*v +0,5*ρ*cdA*v3.
We delen vervolgens links en rechts door het gewicht m, dus komt er:
P/m = ECOR*v+0,5*ρ*cdA*v3/m.

Het specifieke vermogen P/m is de belangrijkste maat voor de kwaliteit van de lopers. Wereldtoppers hebben een specifiek vermogen boven de 6 Watt/kg, terwijl recreanten dikwijls rond de 3 Watt/kg hebben. Dit verschil in specifiek vermogen is de belangrijkste reden dat wereldtoppers zo hard lopen. Je kunt dat eenvoudig zien door de luchtweerstand even te verwaarlozen, dat staat er P/m = ECOR*v, dus de snelheid is recht evenredig met P/m. Wel is het zo dat wereldtoppers dikwijls ook economischer lopen dan recreanten, dus hun ECOR (Energy Cost Of Running in kJ/kg/km) is ook lager.

Het verband tussen het specifieke vermogen, ECOR en loopsnelheid is (globaal en vereenvoudigd) weergegeven in onderstaande tabel:

Vervolgens hebben we gekeken naar het tweede deel van de vergelijking, de luchtweerstand of AirPower. Nu blijkt dat dit min of meer een tegengesteld effect heeft: wereldtoppers lopen harder (v is dus hoger) en hebben dus veel meer last van luchtweerstand dan recreanten.

Het verband tussen de loopsnelheid van de verschillende lopers en de luchtweerstand of AirPower (in Watt/kg, hierbij hebben we gerekend met een gewicht van 60 kg) en de Air Power/v (in kJ/kg/km) is weergegeven in onderstaande tabel.

We zien dus duidelijk het bovengenoemde effect: wereldtoppers hebben veel meer last van de luchtweerstand/AirPower (van hun eigen wind) dan recreanten.

Deze tegengestelde relatie is de reden dat we zo’n simpele formule hebben kunnen afleiden.
We vereenvoudigen namelijk de hardloopformule tot P/m = (ECOR+AirPower/v)*v.
Hierbij geeft de factor AirPower/v het specifieke energieverbruik weer van de AirPower (in kJ/kg/km).

In onderstaande tabel laten we het eindresultaat zien, waaruit blijkt dat de som van ECOR en AirPower/v min of meer een vaste waarde heeft van 1,04-1,05 voor de meeste lopers.

In de nieuwe simpele formule hebben we gerekend met de waarde van 1,04, zodat de snelheid berekend kan worden met de formule: v = P/m/1,04. Om de tijd T te bepalen hoeven we dan alleen nog maar de afstand d te delen door de snelheid v, zodat het eindresultaat wordt:
T = 1,04*d/(P/m).

Lees verder...