Sprinters kunnen goed springen

Sprinters kunnen goed springen
In vorige artikelen op ProRun hebben we laten zien dat met gebruikmaking van enkele basiswetten uit de natuurkunde we kunnen berekenen wat de benodigde energie en het vereiste vermogen van de menselijke motor is voor paslengte en cadans bij verschillende loopsnelheden. 

Dezelfde natuurkundige wetten kunnen we gebruiken om berekeningen te maken aan andere onderdelen van de atletiek. We doen dit in dit artikel voor verspringen en polsstokhoogspringen. In beide gevallen zal blijken dat je prestatie bij deze sporten direct bepaald wordt door je sprintsnelheid. We zullen dus aantonen dat sprinters in principe ook goed kunnen verspringen en polsstokhoogspringen. Uiteraard geldt ook hier weer dat ze er wel voor zullen moeten trainen en dat ze de techniek goed onder de knie zullen moeten krijgen!

Polsstokhoogspringen
Bij het polsstokhoogspringen is het belangrijk om voldoende snelheid te maken in je aanloop. Tijdens die aanloop bereik je een hoeveelheid kinetische energie die je omzet in de potentiele energie van de hoogte die je bereikt. Bij een perfecte techniek kun je de energie uit je aanloop vrijwel volledig omzetten. In de figuur laten we zien welke hoogte je bij welke aanloopsnelheid kunt bereiken.

De resultaten komen heel aardig overeen met de maximale hoogte die de toppers halen. Renauld Lavillenie vestigde in 2014 met 6,16 meter het huidige (indoor) wereldrecord. Usain Bolt liep tijdens zijn wereldrecordrace op de 100 meter met een sprintsnelheid van 10,44 m/s (37,6 km/h). Hij zou dus in theorie bij het polsstokhoogspringen een hoogte kunnen halen van 6,55 meter! Onze Marathon Man kan niet harder sprinter dan 5,7 m/s (17,4 km/h) en haalt dus in theorie een hoogte van 2,20 meter. Uiteraard moet hij daarvoor eerst trainen en talent hebben om de techniek onder de knie krijgen.

Verspringen
Bij het verspringen is het ook heel belangrijk om voldoende snelheid te maken in je aanloop. Bij de afzet zet je een deel van je horizontale snelheid om in een verticale snelheid. Door die verticale snelheid ga je een kogelbaan maken. Hiermee kan de springafstand berekend worden. Voor verschillende snelheden hebben we de afstand bij een technisch perfecte sprong in de figuur weergegeven.

De resultaten komen ook in dit geval heel goed overeen met de werkelijke prestaties van de toppers. Het huidige wereldrecord van Mike Powell is in 1991 gesprongen en bedraagt 8,95 meter. Usain Bolt zou in theorie met zijn snelheid van 10,44 m/s in theorie een afstand van 9,49 meter kunnen halen! Onze Marathon Man haalt met zijn sprintsnelheid van 5,7 m/s (17,4 km/h) in theorie een afstand van 2,90 meter, mits hij er voldoende voor getraind heeft.

Conclusie
De voorbeelden leiden tot de conclusie dat het goed mogelijk is om met eenvoudige modellen uit de natuurkunde goede voorspellingen te maken van de haalbare prestaties bij polsstokhoogspringen en verspringen. In een eerder artikel toonden we al aan dat Usain Bolt op de hoogte van Mexico in staat zou moeten zijn om de 100 meter in 9,18 seconden te lopen, dus met een snelheid van 10,89 m/s. Met de modellen gebruikt voor dit artikel kunnen we nu berekenen dat hij in Mexico 9,99 meter ver zou moeten kunnen springen en 7,04 meter hoog met de polsstok!

Je kunt het effect van alle factoren op je prestaties nalezen in ons boek 
Hardlopen met Power!
Het boek luidt een revolutie in op hardloopgebied. Het boek legt de achtergronden en voordelen uit van hardloopvermogensmeters, die momenteel op de markt verschijnen. Net als wielrenners, kunnen hardlopers nu ook hun prestaties in de training en in de wedstrijd optimaliseren met de extra informatie van hun wattage! Van de schrijvers van Het Geheim van Hardlopen.
De ISBN nummers zijn:
paperback 978-90-821069-7-8
e-book (ePub3) 978-90-821069-8-5
e-book (Adobe DRM pdf) 978-90-821069-9-2
Hans van Dijk en Ron van Megen
www.hardlopenmetpower.nl

Lees verder...