Storm Evert raasde donderdag 11 maart 2021 over Nederland. “In het hele land komen zware windstoten voor van 80 tot 90 kilometer per uur voor, en in het noorden en westen van 100 tot 110 kilometer per uur. De piek valt in de laatste uren van de ochtend en aan het begin van de middag. Naar verwachting gaat de storm rond 14.00 uur liggen.”
Ron ging in Leusden om 11:13 uur de deur uit voor een trainingsrondje van een kleine 10 km. Evert is de eerste voorjaarsstorm van 2021. Voor de naamgeving van stormen werkt Nederland samen met het Verenigd Koninkrijk en Ierland. Dit heeft een logische reden. De meeste stormen in ons land komen uit het westen. Vorig jaar rond deze tijd schreven we voor ProRun over de voorjaarsstormen Ciara en Dennis.
Ron besloot zijn trainingsrondje te lopen op het moment dat Evert op z’n krachtigst zou zijn. Een mooie gelegenheid om te controleren of de Stryd hardloopvermogensmeter de windweerstand nog goed meet.
Wind Port
Een vermogensmeter voor een fiets berekent het vermogen uit de kracht die je op de pedalen zet. Als het harder waait, moet je harder trappen en zie je het wattage vanzelf oplopen als je niet wil verslappen in snelheid. De lezers van ProRun weten dat een Stryd het vermogen bepaalt met de precisie instrumentjes in de footpod aan de veters van je hardloopschoen. Voor de luchtweerstand (loopwind en windkracht) maakt Stryd gebruik van een ‘wind port’. Dit is een uit de stromingsleer bekende meetmethode die bijvoorbeeld ook bij vliegtuigen wordt gebruikt. Feitelijk meet het luchtdrukverschillen. En aangezien de lengte en gewicht van de hardloper bekend is, valt ook een goed inschatting te maken van de cdA-waarde, oftewel het frontale oppervlak van de hardloper. Tezamen biedt dit Stryd voldoende informatie om onderweg continu de luchtweerstand te bepalen.
Het vlakke trainingsrondje leverde onderstaande grafiek van de luchtweerstand op. Op de horizontale as staat de afstand (in kilometers) en op de verticale as de luchtweerstand (in watts).
In PowerCenter van Stryd zie je de gegevens niet op deze manier. Ze zijn er wel. Met bijvoorbeeld GoldenCheetah valt het zichtbaar te maken (importeer de .fit-file, ga naar Activities en dan naar Data en vervolgens Raw Data).
Het waaide windkracht 7 met windvlagen tot windkracht 10. Onderweg was ook wel beschutting van gebouwen en bosschages. In de Schammer, een inundatiegebied waar in geval van wateroverlast water uit de Gelders Vallei wordt geborgen zodat Amersfoort droge voeten houdt, had de wind vrij spel. Bij vlagen was de luchtweerstand een paar keer meer dan 100 watt! Voor hardlopen is dat veel. Je moet flink aanzetten. Het voelt alsof je plots tegen een flinke helling moet lopen.
Het leverde zelfs een nieuwe 5 seconden waarde en 10 seconden waarde op voor de vermogenscurve van Ron: 459 watt resp. 391 watt.
We laten ook de windgegevens van Weerplaza voor Leusden zien. Deze bevestigen dat het flink waaide tijdens de training van Ron.

Wind is altijd nadelig
Het probleem van wind is dat het altijd in je nadeel werkt. Een reden is dat zelfs wind van opzij samen met de loopwind tegenwind oplevert. Er zijn daarom meer hoeken waar de wind uit waait die nadeel opleveren dan er hoeken zijn waar wind een voordeel brengt. We hebben dat eerder uitgebreid uitgelegd bij ProRun. In bovenstaande grafiek met de luchtweerstand kun je zien dat er stukken waren met nagenoeg geen luchtweerstand. Dan loop je gemakkelijk. Als op een vlakke loopband.
Voor een training is een stevige wind niet ongunstig. Je kunt er een fartlek training van maken. Bij een wedstrijd kun je daarentegen een PR meestal vergeten. Wel kun je door slim te lopen tijdverlies beperken. De eerste tip is om een groepje op te zoeken en in het groepje voor de wind te schuilen. Hier gaat de bekende regel ‘alleen ben je sneller, samen kom je verder’ op. Zelfs op kop heb je voordeel van een groepje.
Second best is dat je steeds die kant van de weg op zoekt waar je de meeste beschutting hebt, of juist de meeste rugwind. Dat levert je wel beduidend minder op dan in een groepje lopen.
Ron (80 kg) liep de training met een gemiddelde van 263 watt. De luchtweerstand was gemiddeld 5,58%. Dit is ongeveer het dubbele van een dag met windkracht 3. Storm Evert betekende daarmee een gemiddeld nadeel van 10 seconden per kilometer. Dat is 7 minuten in een marathon.
Als je verstandig loopt. Dat wil zeggen dat je tegen de wind in niet met energie gaat smijten. Dan verbrand je immers onevenredig meer koolhydraten, die je later in de marathon tekort gaat komen en kom je beslist de man met de hamer tegen. Onlangs lieten we nog in een artikel zien wat de optimale brandstofmix koolhydraten/vet (glycogeen/vetzuren) is bij de wereldrecords op verschillende afstanden.
De Stryd biedt je de mogelijkheid om je vermogen te doseren. Dit doe je door op het wattage op het scherm van je hardloophorloge te letten en niet veel harder te lopen dan het wattage dat voor jou op die afstand haalbaar is. In de grafiek zie je dat de wind bij vlagen 40% van je vermogen opslokt. Hier doe je er voor een beter eindresultaat verstandig aan om bewust een stuk langzamer te lopen.
We verwachten overigens bij dit soort windvlagen niet dat het je in de praktijk lukt om heel precies te voldoen aan de theorie van het constante vermogen voor optimaal resultaat. Als het je bij benadering lukt, is dat al mooi.
We geven tenslotte nog het kaartje uit Garmin Connect om te laten zien hoe de wind op het trainingsrondje stond. Elke 500 meter geeft Ron’s Garmin een lap.
Met ons model hebben we daarop nog wat gerekend. Het kaartje laat zien dat, afgezien van beschutting, Ron de wind overwegend schuin mee of schuin tegen had. Als we het gemiddelde tempo van Ron (5:37/km) en een windsnelheid van 54 km/h (15 m/s, windkracht 7) invoeren in ons model, krijgen we de volgende resultaten:
- wind schuin tegen (45°) = 370 watt totaal hardloopvermogen
- wind schuin mee (45°) = 194 watt totaal hardloopvermogen
Dat het gemiddelde over dit trainingsrondje op 263 watt uitkomt, lijkt daarmee heel plausibel.