Heeft een zwaardere hardloper minder last van de wind?

Heeft een zwaardere hardloper minder last van de wind?

Regelmatig krijgen we vragen van onze lezers naar aanleiding van onze artikelen op ProRun en ons boek Hardlopen met Power! Een van onze lezers kwam met de vraag of hij als lange en zware hardloper bij tegenwind in het voordeel is ten opzichte van een tengere en een lichte hardloper?
Dat is een goede vraag. We maken in dit artikel duidelijk hoe het zit.

Wielrennen

Bij de beantwoording van de vraag kunnen we een mooie parallel trekken met wielrennen. Bij de vlakke tijdritten zie je meestal de grote en relatief zware renners winnen. In een bergetappe zijn de lichte renners in het voordeel. Bergop heb je een deel van het vermogen van je menselijke motor nodig om je gewicht (massa, kg) naar boven te verplaatsen. Een lichtere renner is dan in het voordeel. Op het vlakke maakt het gewicht vanwege de lage rolweerstand van een wiel niet veel uit. De zware renner is daarom bij een gelijk anaeroob drempelvermogen (ADV of FTP in Watts/kg) in het voordeel ten opzichte van de lichte renner.
Bijvoorbeeld: de menselijke motor van een zware renner van 80 kg en een ADV van 6 Watts/kg (een wereldtopper), heeft een vermogen van 80 kg * 6 Watts/kg = 480 Watts. De “motor” van de lichte renner is slechts 55 kg * 6 Watts/kg = 330 Watts. Voor hardlopers is dat niet anders.

Wat nog wel uit maakt, is het weerstandsoppervlak CdA (m2). Die CdA -waarde proberen wielrenners zo laag mogelijk te krijgen. Rechtop op de fiets vang je veel wind. Gebogen op de fiets met een aerodynamische tijdrithelm kun je sneller fietsen. Fietspositiemeting, bike fitting, is dan ook heel normaal voor wielrenners die voor prestaties gaan.


Fotobijschrift: Bikefitting kan bij de betere wielerspeciaal zaak of bij een sportmedisch adviescentrum als SMA Midden Nederland.

Hardlopen

Bij hardlopen is het niet anders dan bij wielrennen. Ook hier telt het gewicht (m in kg) van de hardloper en gaat het om zijn postuur (CdA in m2). Het verschil is dat loopsnelheden veel lager zijn dan bij wielrennen en de luchtweerstand (Air Power) daardoor bij hardlopen heel wat lager is. In de loopweerstand zit bovendien een aanmerkelijk hogere rolweerstand c (kJ/kg/km) dan bij wielrennen. Hoe het zit met deze weerstanden hebben we eerder bij ProRun uitgelegd in het artikel De natuurkunde van hardlopen. In de box vind je de formules voor de drie weerstanden die in basis het hardloopmodel vormen. Hoe het zit met wind en luchtweerstand is ook te lezen bij ProRun.

Over het weerstandsoppervlak CdA (m2) is ook voor hardlopen het nodige in de literatuur te vinden. De nieuwe Stryd neemt de luchtweerstand, de wind, ook mee in de berekening van het vermogen waarmee je hardloopt. De Stryd bepaalt jouw persoonlijke CdA met een schattingsformule op basis van je lengte en gewicht. Die heb je via de app ingegeven. Lengte en gewicht geven een heel redelijke indicatie van je postuur en daarmee van je weerstandsoppervlak CdA. Hoe de formule van Stryd eruit ziet, weten we niet. Wel hebben we kunnen vaststellen dat de luchtweerstand, Air Power, behoorlijk accuraat wordt bepaald.

Onze vergelijkingsberekeningen
In de tabel staan de gegevens van de lichte en zware hardloper waar we mee gerekend hebben. Ze hebben een gelijke relatieve ADV (4 Watts/kg). Door het verschil in gewicht is het verschil in absolute ADV aanzienlijk (220 resp. 320 Watts). ADV is gedefinieerd als het vermogen dat de hardloper precies een uur lang kan volhouden.

In de grafiek zijn de berekeningsresultaten weergegeven voor een vlakke geasfalteerde weg tegen de wind in. Je ziet dat de lichte loper consequent een hoger percentage van het hardloopvermogen nodig heeft om met een vast tempo van 5:30/km tegen de wind in te knokken. Bij een stevige windkracht 4 (27 km/h) kan hij dat tempo net een uur lang vasthouden. Als het harder waait, houdt hij het korter vol.
De zware loper kan meer wind hebben. Hij of zij kan het bij net aan windkracht 5 (30 km/h) een uur lang volhouden.

Conclusie
De absolute waarde van de luchtweerstand is groter bij een zwaardere loper, maar de relatieve waarde is kleiner. Hierdoor is de zwaardere loper ondanks het iets grotere weerstandsoppervlak CdA bij tegenwind in vlak terrein in het voordeel. De verschillen zijn door de lagere snelheden wel een stuk kleiner dan bij wielrennen. Voor de liefhebbers laten we de getallen ook in tabelvorm zien. De tabel laat zien dat voor prestatielopers de wind al vanaf windkracht 3 (12 – 19 km/h) een serieuze factor begint te worden. Als je op het scherpst van de snede voor een (persoonlijk) parcoursrecord gaat, is het altijd verstandig zoveel mogelijk gebruik te maken van de windschaduw van hazen of in een geschikt groepje te blijven lopen.

Je kunt het effect van alle factoren op je prestaties nalezen in ons boek Hardlopen met Power!

Het boek luidt een revolutie in op hardloopgebied. Het boek legt de achtergronden en voordelen uit van hardloopvermogensmeters, die momenteel op de markt verschijnen. Net als wielrenners, kunnen hardlopers hun prestaties in de training en in de wedstrijd optimaliseren met de extra informatie van hun wattage!

Van de schrijvers van Het Geheim van Hardlopen en Het Geheim van Wielrennen.

Hans van Dijk en Ron van Megen
www.hardlopenmetpower.nl

Lees verder...

Wind uit alle hoeken

Wind uit alle hoeken

Zaterdag 10 augustus 2019 testten we voor het eerst onze nieuwe Stryd in de praktijk. Nieuw is dat de nieuwe Stryd ook de invloed van de luchtweerstand meet, de wind, en dit meeneemt in de berekening van het vermogen waarmee je op dat moment hardloopt. Stryd noemt het ‘Air Power’. De meting zit achter de ‘wind port’, een gaatje aan de onderkant van de Stryd. De gebruikte methode is gebaseerd op een hoogwaardige sensor die minieme luchtdrukverschillen meet, vergelijkbaar met de uit de luchtvaartindustrie bekende pitot buis.

We hadden die zaterdag geluk. Het was een winderige dag. Door op twee locaties intervals heen en weer te lopen, kregen we een goed beeld van het functioneren van de nieuwe Stryd. We konden aantonen dat de Stryd realistische waarden voor de luchtweerstand berekent en bovendien goed raad weet met variaties in windsterkte. Wel hadden we opmerkingen bij rugwind. Daar waren we minder tevreden over. Afgelopen week kregen we reacties van lezers die dezelfde ervaring hadden. Van Stryd kregen we een zeer plausibele uitleg. Het rugwindvraagstuk gaat verbeterd worden in een firmware update.

Ervaringen bij dagelijks gebruik
Bij het schrijven van dit artikel voor ProRun zijn we een week verder. De nieuwe Stryd is elke training mee geweest. De trainingen waren verschillend en ook de omstandigheden verschilden uiteraard van dag tot dag. Het waaide behoorlijk minder dan die bewuste zaterdag.

Het goede nieuws is dat we steeds de luchtweerstand (air power) kloppend kregen door in de controleberekening met de windsnelheid te spelen. Een probleem bij de controles is dat we zowel de actuele windsterkte als windrichting slechts bij benadering weten. Bovendien is de wind nooit constant. Bij een naderende regenbui wakkert de wind wat aan. In het buitengebied heb je tussen de maisvelden en achter bossages voordeel van windschaduw. Hoewel we het functioneren van de meting dus alleen kwalitatief kunnen herbevestigen worden we steeds enthousiaster!

De invloed van de rondgaande wind
In het vorige artikel lieten we zien dat het totale hardloopvermogen Pt de som bedraagt van de loopweerstand Pr en luchtweerstand Pa. Dus Pt = Pr+Pa.
De Pr is eenvoudig te berekenen. De ECOR van Ron (80 kg) bij verschillende tempo’s kennen we. Bij 5:45/km, 2,9 m/s is zijn ECOR doorgaans 1,04 kJ/kg/km. De Pr van Ron is dan 1,04*2,9*80 = 241 Watts.
Voor het totale hardloopvermogen moet hier de luchtweerstand Pa nog bijgeteld worden. Pa wordt negatief als de rugwind sterker wordt dan de loopsnelheid. Bovendien moet rekening gehouden worden met de windrichting. De luchtweerstand is immers minder als de wind van de zijkant komt.

In de afbeelding hieronder laten we dit zien. De groene lijn met blauwe stippen laat zien wat er gebeurt bij een harde windkracht 5. We rekenden met een windsnelheid 38 km/h, 10,6 m/s, en een looptempo van 5:45/km. Dit waren omstandigheden als bij onze eerste praktijktest. Met de wind vol van voren (0 graden) is het nadeel 90 watt. Dezelfde wind in de rug (180 graden) levert veel minder voordeel op. Je ziet dat als de wind haaks op je looprichting staat (90 graden) dit nog steeds nadeel oplevert. Met de wind van achter krijg je een plezierig duwtje in de rug.

De oranje lijn met blauwe stippen is het resultaat van de berekening bij een vrij matige windkracht 3, het waait 15 km/h, zo’n 4,2 m/s, en wederom een tempo 5:45/km. Windkracht 3 komt veelvuldig voor in Nederland. Afhankelijk van waar je woont, komt dit in het binnenland zo ongeveer overeen met het jaargemiddelde.

Van voren (0 graden) is het nadeel bij windkracht 3 maar iets meer dan 20 watt. Met windje mee lijkt het alsof je op een loopband loopt. Er is geen luchtweerstand meer. Het loopt lekker gemakkelijk zo.
Bij een midden- of langeafstandstraining op de weg loop je meestal een rondgaand parcours waarbij je zowel wind mee, wind tegen als van op zij hebt. Onderweg komen alle windrichtingen ten opzichte van de looprichting langs. Stryd PowerCenter presenteert de wind als onderdeel van het gemiddelde vermogen waarmee de training of wedstrijd gelopen is en laat het ook per split zien. Dit helpt je bij de evaluatie van je hardloopprestatie. De afbeelding maakt ook duidelijk dat de invloed van de luchtweerstand Pa bij windkracht 3 en tempo 5:45/km nog geen 5% van het totale vermogen Pt (250 Watts) bedraagt. Bij windkracht 5 is dat meer dan viermaal zoveel.

Voor de berekeningen in de afbeelding hebben wij overigens dankbaar gebruik gemaakt van het werk van onze lezer Arno Baels. Geïnspireerd door ons boek Hardlopen met Power! heeft Arno deze toepassing van ons hardloopmodel geprogrammeerd.

Je kunt het effect van alle factoren op je prestaties nalezen in ons boek Hardlopen met Power!
 
Het boek luidt een revolutie in op hardloopgebied. Het boek legt de achtergronden en voordelen uit van hardloopvermogensmeters, die momenteel op de markt verschijnen. Net als wielrenners, kunnen hardlopers hun prestaties in de training en in de wedstrijd optimaliseren met de extra informatie van hun wattage!
 
Van de schrijvers van Het Geheim van Hardlopen en Het Geheim van Wielrennen.

Hans van Dijk en Ron van Megen
www.hardlopenmetpower.nl

Lees verder...

Winderig weer bij eerste praktijktest van de nieuwe Stryd

Winderig weer bij eerste praktijktest van de nieuwe Stryd

Vrijdagavond kon Ron als een van de eersten zijn nieuwe Stryd met ‘wind port’ afhalen bij het DHL ServicePoint. Hans moet helaas nog even wachten. De belangstelling is volgens Stryd zo groot dat de eerste productiebatch al bij aflevering was uitverkocht. Stryd zegt alle zeilen bij te zetten om aan de vraag te kunnen voldoen.

Zaterdag beloofde het een winderige dag te worden. Ideaal om de nieuwe Stryd in de praktijk uit te testen. Dat was overigens de zaterdag dat een deel van het dak van het stadion van de Alkmaarse voetbalclub AZ instortte door de wind. Precies rond dat moment onderwierp Ron de nieuwe Stryd aan de eerste praktijktest. Achteraf hadden de media het vanwege de rukwinden over een zomerstorm. Aan wind dus geen gebrek….

Wind port
De nieuwe Stryd ziet er vrijwel hetzelfde uit als de vorige versies v1 en v2. De bloggende hardloper DCRainmaker heeft in een review zo’n beetje alle verbeteringen bekeken. Wij zijn vooral geïnteresseerd in het kleine gaatje aan de onderkant, tussen de twee contactpunten van de nieuwe oplader. Dat gaatje is de veelbesproken ‘wind port’.
De wind port werkt vergelijkbaar met een pitotbuis. Een pitotbuis is een nauwkeurig instrument voor het meten van de snelheid van een gas- of vloeistofstroom. Het wordt veel in de vliegtuigindustrie toegepast voor snelheidsmetingen. In de windtunnel van het Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum (NLR) waar we voor het eerst kennis maakten met de nieuwe Stryd zagen we ze ook zitten.

Klip
Ook de nieuwe Stryd wordt met een klip vastgezet aan de schoenveters. In die klip is nu aan de voorkant een opening gemaakt met daar achter een opstaand randje zodat de wind port luchtdrukverschillen kan meten. Want die metingen heeft de nieuwe Stryd nodig om de luchtweerstand te bepalen en daaruit de invloed van de wind te berekenen op je hardloopvermogen. In de afbeelding laten we deze elementen zien.

Windje tegen, windje mee
Die bewuste zaterdagmiddag waaide het windkracht 5. Dat komt neer op windsnelheden van 29 tot 38 km per uur. Hoe de invloed van de wind uitwerkt op je hardloopprestaties hebben we eerder uiteengezet bij ProRun. We hadden de indruk dat het bij vlagen harder waaide dan windkracht 5. Dat was met name het geval bij interval 9 in onderstaande grafiek met gemiddelde vermogens per interval. Ron moest bij interval 9 echt aanzetten om zijn tempo vast te houden!

Het tempo is tijdens alle intervals zoveel mogelijk constant gehouden op 5:45/km, zowel heen met de wind tegen als terug met de wind mee. Dat is niet bijzonder snel, maar het ging bij deze test om de invloed van de wind.

Intervals 1 t/m 8 (om en om vier keer heen en vier terug) was op een vlak stuk fietspad langs het Valleikanaal. Dat was gekozen omdat daar de zuidwesten wind vol tegen zou zijn. Maar, de wind bleek net aan het draaien naar het westen. Het stuk lag daardoor plots in de luwte van de Grebbeliniedijk met bomen aan de andere kant van het water. De wind was desalniettemin merkbaar en kwam terug in het hardloopvermogen (in Watts) dat de nieuwe Stryd registreerde. Het goede nieuws van dit deel van de test is dat de Stryd ook kleine verschillen in windsnelheid goed registreert.

Het tweede deel van de test betreft intervals 9 t/m 16 op een geasfalteerde weg in het open terrein van de Gelders Vallei. De wind kwam vrijwel vol van voren maar varieerde nogal qua sterkte. De vermogenswaarden zitten mooi in de range van wat vooraf was berekend. Het klopt ook goed met gevoel van de zwaarte van de verschillende intervals. Interval 16 is Ron na 15 op dezelfde rechte weg doorgelopen zodat er nog een extra meetwaarde voor tegenwind was.

In onderstaand knipsel uit Stryd PowerCenter is te zien dat Ron het tempo (blauwe lijn) redelijk constant hield. De paarse lijn is de hartslag. Tegen de wind in moest duidelijk meer gewerkt worden dan bij windje mee. De gele lijn is het vermogen. Vermogenslijnen variëren altijd iets. Hier helemaal door de steeds aanstormende windvlagen. De Stryd lijkt de windvariaties goed te kunnen volgen!
De intervallen terug hield Ron hetzelfde tempo aan en zie je aan de dalende hartslag dat het lekker liep met die rugwind.

Nacalculatie
Tot zover kunnen we kwalitatief de goede werking van de nieuwe Stryd onderschrijven. Uiteraard hadden we ook behoefte hier kwantitatief naar te kijken door er aan te rekenen. Het lastige daarbij is dat we niet precies weten hoe hard het nu waaide bij elk van de intervals. We hebben vanzelfsprekend wel geprobeerd hier gevoel bij te krijgen. Dat laten we zien in onderstaande grafiek.
Wat hebben we gedaan? We weten dat de nieuwe Stryd het totale vermogen Pt behoort weer te geven en de som is van de loopweerstand Pr en luchtweerstand Pa.
De Pr kennen we, want dat is wat Ron (80 kg) gebruikelijk loopt bij 5:45/km, 2,9 m/s. Zijn ECOR is bij dit tempo doorgaans 1,04 kJ/kg/km. De P van Ron is dan 1,04*2,9*80 = 241 Watts.
Per interval was het tempo natuurlijk een klein beetje anders. In de Excel hebben we dit meegenomen en vervolgens per interval van het totale vermogen Pt volgens Stryd afgetrokken.
Dat leverde de blauwe luchtweerstanden in de grafiek op, Pt-Pr = Pa.
Volgens de weersinformatie waaide het windkracht 5, dat is 29 – 38 km/h dus 8,6 – 10,6 m/s.
Bij interval 9, 10 en 15 waaide het aanmerkelijk harder. Daar hebben we 10,6 m/s voor aangehouden. Voor de andere intervals 8,6 m/s. Intervals 9 t/m 16 hebben we zo gezegd zo gedaan nagerekend. Dit levert de oranje theoretische luchtweerstanden op. Je ziet in de grafiek bevestigd dat je zomaar 90 Watts nadeel kunt hebben van windkracht 5 en dezelfde wind maar 15 Watts voordeel in de rug brengt.
De intervals 1 t/m 8 waren langs het Valleikanaal, met de eerder in dit artikel beschreven windbeschutting en met wind die onder een hoek op het parcours stond. Voor de hoek hebben we 45 graden aangehouden. Voor de beschutting hebben we op gevoel 60% aangenomen. Aldus blijkt in de theoretische berekening de rugwind de loopwind nagenoeg te compenseren. De situatie was daardoor toevallig vergelijkbaar met hardlopen op een loopband.

Met wind tegen laat de grafiek zien dat de Stryd goed aansluit bij de theorie. Het voordeel van rugwind komt nog onvoldoende uit de verf. We hebben dit teruggekoppeld aan Stryd. Zij verzekerden ons dat dit hun aandacht heeft. Hun toelichting geeft ons het vertrouwen dat het bij een van de updates van de firmware in orde komt.

Voor de berekening van de theoretische waarden verwijzen we kortheidshalve naar de informatie in onze boeken Hardlopen met Power! en The Secret of Running.

Conclusie
Wat ons betreft, is de nieuwe Stryd geslaagd voor de eerste test. De Stryd komt met realistische vermogenswaarden. De Stryd reageert bovendien goed op verschillen in windsnelheid, ook bij kleine verschillen. Dat de Stryd minder goed omgaat met rugwind is jammer maar vanwege de beperkte invloed van de wind op het hardloopvermogen wat minder van betekenis. Bovendien geeft Stryd aan dat dit hun aandacht heeft en verbetering door middel van een firmware update volgt.

Je kunt het effect van alle factoren op je prestaties nalezen in ons boek Hardlopen met Power!
 
Het boek luidt een revolutie in op hardloopgebied. Het boek legt de achtergronden en voordelen uit van hardloopvermogensmeters, die momenteel op de markt verschijnen. Net als wielrenners, kunnen hardlopers hun prestaties in de training en in de wedstrijd optimaliseren met de extra informatie van hun wattage!
 
Van de schrijvers van Het Geheim van Hardlopen en Het Geheim van Wielrennen.
 
Hans van Dijk en Ron van Megen
www.hardlopenmetpower.nl

Lees verder...

Marathon onder de 2 uur op de Afsluitdijk?

Marathon onder de 2 uur op de Afsluitdijk?
De nieuwe Stryd hardloopvermogensmeter neemt in de berekening ook de invloed van de wind, de luchtweerstand, mee in de vermogensberekening. Voor ons was dat de aanleiding om bij ProRun met een aantal artikelen dieper in te gaan op de vraag wat wind doet met je hardloopprestaties. We hebben weer een leuk voorbeeld.

De Keniaan Eliud Kipchoge gaat in oktober 2019 in Wenen een nieuwe poging wagen om de marathon onder de 2 uur te lopen. Het project staat te boek onder de naam INEOS 1:59 Challenge. Het trainingsdagboek van Eliud is te volgen op de bijbehorende  website. ?In 2017 heeft hij eerder op het autocircuit in het Italiaanse Monza onder zo ideaal mogelijke omstandigheden geprobeerd onder de 2 uur te lopen. Hij liep daar met hulp van 7 in formatie lopende hazen 17 rondjes van 2,4 km. De hazen werden regelmatig afgewisseld. De hazen waren stuk voor stuk eliteatleten. Je moet sowieso bij de wereldtop behoren om het gemiddelde tempo van Eliud (2:51/km) een tijdje bij te kunnen houden. Eliud leverde een topprestatie maar redde het met 2:00:25 net niet.

Steevast onder de 2 uur en 5 minuten
Als iemand in staat is de 2 uur barrière te breken, is het Eliud wel. Hij heeft het wereldrecord marathon op zijn naam staan (Berlijn 2018 in 2:01:39) en loopt zijn marathons al vanaf 2013 steevast onder de 2 uur en 5 minuten. 

De Olympische Spelen van Rio de Janeiro in 2018 zijn een uitzondering. Toch won hij ook deze marathon met overmacht. De Ethiopiër Feyisa Lilesa pakte hier zilver met liefst 70 seconden achterstand. De “matige” tijd van Eliud in Rio laat zich eenvoudige verklaren. Het was warm (boven de 20 graden Celsius), de lucht was vochtig, het parcours zal vol scherpe bochten, en er waren geen hazen om de atleten uit de wind te houden. Al deze omstandigheden hebben een negatieve invloed op een hardloopprestatie. In ons boek Hardlopen met Power! kun je nalezen hoe dit zit.
Dat in Berlijn zoveel wereldrecords op de marathon zijn gelopen is te danken aan het vlakke parcours, de brede wegen met ruime bochten, én het doorgaans stabiele en rustige herfstweer in september. Deze omstandigheden zaten Eliud uiteraard ook mee bij zijn wereldrecord in 2018, maar hij moest het vanwege het hoge tempo al vroeg in de wedstrijd zonder hazen op eigen kracht doen. 

Ideale omstandigheden
In Monza was er alles aan gedaan om de omstandigheden optimaal te maken. Elk detail was belangrijk omdat zelfs een eliteatleet als Kipchoge niet zomaar even onder de 2 uur loopt. Het rondje van 2,4 km was vlak en kende ruime bochten. Voor het groepje hazen met Eliud reed een Tesla die met laserlicht op het wegdek aangaf waar door de hazen gelopen moest worden om het tempo vast te houden. Onderweg kon Eliud gemakkelijk sportdrank aangereikt krijgen. Nike had schoenen met de laatste nieuwe technologie geleverd, de Vaporfly 4%. Eliud droeg strak zittende kleding en had zelfs strips op zijn benen geplakt gekregen om zijn aeodynamica de verbeteren.
In Monza zat een regenbui in de vroege ochtend tegen. Daardoor was de luchtvochtigheid hoger dan gewenst. Na afloop gaf Eliud dan ook aan dat hij het warm had in de luwte tussen de hazen.

In Wenen is gekozen voor een 4,3 km recht parcours tussen 2 rotonden op Der Prater. Het parcours kent nauwelijks hoogteverschillen. De kans op lage ochtendtemperaturen en lage luchtvochtigheid is in deze periode van het jaar groot. Nike heeft nog weer betere schoenen ontwikkeld en ook de sportdrank is geoptimaliseerd. 

IAAF erkent het niet als wereldrecord
Aangezien Eliud zoveel hulp van hazen krijgt bij zijn poging om de marathon onder de 2 uur te lopen, zal de IAAF zijn tijd niet als wereldrecord erkennen. Maar dat is ook niet het grote doel van deze INEOS 1:59 Challenge. De bedoeling is om te laten zien wat onder ideale omstandigheden met optimale wetenschappelijke ondersteuning mogelijk is.
De IAAF hanteert meer criteria. Er mag niet teveel hoogteverschil tussen start en finish zijn, niet meer dan 1 meter per kilometer, en start en finish mogen niet meer dan 50% van de afstand van elkaar liggen. Dit is om te voorkomen dat een dalend parcours en bovenmatige rugwind van invloed zijn op de tijd. 

De Afsluitdijk als alternatief
Als het wereldrecord toch niet erkend wordt, weten wij wel een mooi alternatief voor de poging om onder de marathon onder de 2 uur te lopen. De luchtweerstand is de allerbelangrijkste succesfactor voor het slagen van de poging van Eliud. We denken daarom meteen aan de Afsluitdijk op een mooie dag met wind uit de juiste windrichting. Eliud hoeft “maar” 26 seconden sneller te zijn dan in Monza en 100 seconden sneller dan zijn wereldrecord in Berlijn. Bij ProRun hebben we onlangs de invloed van de wind uiteen gezet. Van rugwind heb je minder voordeel van tegenwind. Met ons model kunnen we uitrekenen dat windkracht 2 in de rug toch al voldoende zou moeten zijn!

Het is temeer een heel bijzondere prestatie als je bedenkt dat Eliud om de marathon in 2 uur te lopen bij een cadans van 200 passen per minuut een gemiddelde paslengte van 1,76 meter moet neerzetten. Bij een cadans van 180 zijn dat zelfs sprongen van 1,95 meter. Zelf is Eliud slechts 1,67 meter lang … Wat is jouw cadans en paslengte in een marathon?

Je kunt het effect van alle factoren op je prestaties nalezen in ons boek 
Hardlopen met Power!

Het boek luidt een revolutie in op hardloopgebied. Het boek legt de achtergronden en voordelen uit van hardloopvermogensmeters, die momenteel op de markt verschijnen. Net als wielrenners, kunnen hardlopers hun prestaties in de training en in de wedstrijd optimaliseren met de extra informatie van hun wattage!

Van de schrijvers van Het Geheim van Hardlopen en Het Geheim van Wielrennen.
(deze boeken zijn in het Nederlands als ebook beschikbaar.
In het Engels, Duits, Spaans en Italiaans ook als print)

De ISBN nummers van Hardlopen met Power! zijn:
paperback 978-90-821069-7-8
e-book (ePub3) 978-90-821069-8-5
e-book (Adobe DRM pdf) 978-90-821069-9-2
Hans van Dijk en Ron van Megen

Lees verder...

Windtraining, een alternatief voor heuveltraining?

Windtraining, een alternatief voor heuveltraining?
De komst van de nieuwe Stryd die bij de hardloopvermogensberekening ook de invloed van wind meeneemt, brengt ons op allerlei creatieve ideeën. Zo zou je heuveltraining kunnen vervangen door windtraining. Vergelijk het met een aquajet in een zwembad!

In Nederland hebben we niet overal heuvels, maar het kan wel af en toe flink waaien. Iedereen heeft wel eens ervaren dat een flinke tegenwind ook pittig kan zijn. Bij windvlagen komt het wel eens voor dat je bijna niet meer vooruit komt. Is het geen idee om bij stevige wind een rechte weg op te zoeken met wind tegen en daar de heuveltraining volgens je trainingsschema uit te voeren?

Hoe zwaar is hardlopen tegen de wind? 
In het artikel over de invloed van de wind hebben we de snelheid van onze Marathon Man berekend als functie van de windsnelheid. We kunnen daaruit afleiden dat zijn snelheid daalt tot 9,2 km/h bij een tegenwind met een snelheid van 43 km/h. Dit komt overeen met windkracht 6. ?Leuk is ook om te weten dat windkracht 7 zwaarder is dan de beklimming van de Alpe d’Huez!

Wanneer is de windweerstand gelijk aan de klimweerstand?
Om op deze manier je heuveltraining goed te doen, zul je de vraag moeten beantwoorden wanneer de windweerstand (Pl) gelijk is aan de klimweerstand (Pk). Deze vraag is eenvoudig te beantwoorden met ons hardloopmodel. Zelf kun je daar ook aan rekenen, en er gevoel bij krijgen door wat te spelen met de calculator op ProRun.

Als je zelf wil berekenen wanneer luchtweerstand (wind) gelijk is aan de klimweerstand (de helling van een heuvel) kun je dat doen met de formules die we hieronder weergeven:

Pl= 0,5*?*cdA*(v+vw)2*v

Pk= i/100*m*g*v*?

We moeten hier wel wat aannames doen om de berekening eenvoudig te kunnen maken. We hebben de standaardcondities genomen voor ons veel gebruikte voorbeeld, de Marathon Man (m = 70 kg, ? = 1,226 kg/m3, cdA = 0,24 m2) en bovendien v op 10 km/h  gesteld. Onder deze condities geeft de onderstaande grafiek weer bij welke hellingsgraad en windsnelheid de klimweerstand en windweerstand precies gelijk zijn.

Samenvattend is de conclusie dat een flinke tegenwind net zo veel weerstand kan opleveren als het beklimmen van een steile berg. Een tegenwind van 25 km/h (windkracht 4) komt al overeen met een helling van 4%! We hebben zo dus overal in Nederland de mogelijkheid flink af te zien bij de training. We hebben natuurlijk wel het nadeel dat onze windcondities een stuk minder stabiel en voorspelbaar zijn. Af en toe sta je stil en even later kun je weer ontspannen en doorlopen, dat geeft een hele andere belasting op je spieren dan een langdurige beklimming. Hoewel, er zijn ook weinig natuurlijke heuvels waarbij de helling over de hele klim hetzelfde is.

We zijn heel benieuwd hoe de nieuwe Stryd dit alles in beeld brengt en we er de theorie mee kunnen verifiëren met de praktijk. Dezer dagen verwachten we ons eigen exemplaar van de nieuwe Stryd en gaan die dan eens goed uitproberen.

Je kunt het effect van alle factoren op je prestaties nalezen in ons boek 
Hardlopen met Power!
Het boek luidt een revolutie in op hardloopgebied. Het boek legt de achtergronden en voordelen uit van hardloopvermogensmeters, die momenteel op de markt verschijnen. Net als wielrenners, kunnen hardlopers hun prestaties in de training en in de wedstrijd optimaliseren met de extra informatie van hun wattage!
Van de schrijvers van Het Geheim van Hardlopen en Het Geheim van Wielrennen.
(deze boeken zijn in het Nederlands als ebook beschikbaar.
In het Engels, Duits, Spaans en Italiaans ook als print)
De ISBN nummers van Hardlopen met Power! zijn:
paperback 978-90-821069-7-8
e-book (ePub3) 978-90-821069-8-5
e-book (Adobe DRM pdf) 978-90-821069-9-2
Hans van Dijk en Ron van Megen

Lees verder...